Een huurwoning is geen verpleeginrichting en kan ook niet op één lijn worden gesteld met een ziekenhuis of andere inrichting waarin zorg wordt verstrekt. Huur van een woning vanwege chronische rugklachten kan dan ook niet tot aftrek van specifieke zorgkosten leiden.
Een vrouw leeft met haar drie kinderen gescheiden van haar partner. De partner woont in een huurwoning. Chronische rugklachten zijn de reden dat de partner niet met zijn gezin kan samenwonen. De vrouw verzorgt haar partner in de huurwoning en zo nodig brengt zij haar partner ook naar het ziekenhuis. In de aangifte inkomstenbelasting claimt zij aftrek van specifieke zorgkosten voor de betaalde huur en overige kosten van de woning. Het verblijf van de partner is volgens haar vergelijkbaar met verblijf in een ziekenhuis of andere inrichting waarin zorg wordt verleend. De inspecteur is het hier niet mee eens. In hoger beroep stelt de vrouw dat de partner door de chronische rugklachten genoodzaakt is elders te gaan wonen.Het hof oordeelt dat de huurwoning niet is aan te merken als een verpleeginrichting in de strikte betekenis van het woord. Een dergelijke woning is ook niet op één lijn te stellen met een ziekenhuis of andere inrichting waarin zorg wordt verleend zoals bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Ook is de door de vrouw geboden verzorging en begeleiding van haar partner niet van medische aard. Aftrek van specifieke zorgkosten voor de betaalde huur en overige kosten van de huurwoning is dus niet mogelijk.Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 17-09-2019