Bedrijven en instellingen die meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas(equivalent) per inrichting per jaar verbruiken, zijn verplicht alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder te treffen. Bij de verbruikte hoeveelheid gaat het om de ingekochte energie én de energie die men zelf heeft opgewekt. Wanneer men andere brandstoffen (bijv. diesel)) gebruikt, moet dit omgerekend worden in aardgasequivalenten. Het gaat om het hoogste verbruik in 2017 of 2018.
Informatieplicht
Deze bedrijven en instellingen moeten vóór 1 juli 2019 aan het bevoegd gezag (gemeente of provincie) laten weten welke energiebesparende maatregelen men heeft getroffen. Dit moet gebeuren via het eLoket bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Na het kiezen van de bedrijfstak (bijv. kantoren, detailhandel of agrarische sector) moet men per maatregel aangeven of deze van toepassing is, al is uitgevoerd of nog wordt uitgevoerd. Sommige maatregelen kunnen in principe direct worden uitgevoerd (zelfstandig moment), andere maatregelen moeten worden uitgevoerd bij een verbouwing (natuurlijk moment).
Toezicht en handhaving
De gemeente waarbinnen de inrichting is gevestigd is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving. Bij grote en complexe inrichtingen is dit de provincie. Wanneer er niet voldaan wordt aan de energiebesparings- en/of informatieplicht, wordt ook niet voldaan aan de milieuvergunning. Dit kan leiden tot een boete, het opleggen van een last onder dwangsom met als doel de maatregel alsnog uit te voeren of in het uiterste geval het intrekken van de vergunning.