De nieuwe Europese Biologische Verordening, welke per 1 januari 2022 in werking treedt, heeft grote gevolgen voor de biologische pluimveehouderij. De overdekte uitloop telt vanaf deze datum niet meer als staloppervlak in de legpluimveehouderij. Daarnaast heeft de introductie van een wachttermijn bij ontwormen veel impact. De belangrijkste aanpassingen zijn:
De overdekte uitloop telt niet meer mee als staloppervlak bij het bepalen van dieraantallen in de biologische legpluimveehouderij. Voor bestaande stallen geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2025 indien er sprake is van een aanzienlijke verlaging van de bezettingsdichtheid. Bij synthetische diergeneesmiddelen, zoals ontwormingsmiddelen, gaat een wachttermijn gelden van 48 uur. Dat betekent dat de eieren gedurende deze termijn niet als biologisch ei verkocht mogen worden. Minimaal 30% van alle voergrondstoffen in biologisch pluimveevoer moet uit de eigen regio afkomstig zijn (was 20%). In voer voor oudere dieren mogen vanaf 2022 geen gangbare eiwithoudende grondstoffen zoals soja en raap gebruikt worden. Dit zal leiden tot een hogere voerprijs. De uitloop van biologisch pluimvee mag niet verder dan 150 meter van de uitloopopening in de stal liggen. Onder voorwaarden is uitbreiding tot 350 meter mogelijk. De maximale stalbezetting voor biologische opfokhennen gaat vanaf 1 januari 2025 naar maximaal 21 kg per vierkante meter. Deze eis geldt ook voor biologische vleeskuikens. Opfok- en ouderdierenstallen mogen uit maximaal drie etages bestaan, inclusief de begane grond. Hiervoor geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2030.