In beginsel geldt dat een door een deskundige gemaakt taxatierapport kan dienen voor het vaststellen van een zakelijke verkoopprijs. Staan in het rapport onjuiste uitgangspunten? En zijn de bv en dga zich hiervan bewust? Dan kan het taxatierapport niet dienen ter onderbouwing van de verkoopprijs van een onroerende zaak. Door dat wel te doen handelt de bv onzakelijk en bevoordeelt zij haar dga.
De heer X is dga en heeft twee minderjarige kinderen. De kinderen van de heer X en zijn bv tekenen op 12 mei 2010 een koopakte voor de levering van bouwgrond. Op 21 februari 2012 heeft de rechtbank de machtiging om namens de minderjarige kinderen tot koop en levering van een bedrijfsterrein over te gaan verleend. Op 24 februari 2012 heeft de bv de onroerende zaak aan de kinderen geleverd voor € 209.125. Tussen het sluiten van de koopakte en de akte van levering is door de bv of haar dochtermaatschappij opdracht gegeven tot bouw van onder meer acht bedrijfsunits op het aan de kinderen verkochte perceel bouwgrond. De Belastingdienst is het niet eens met de gehanteerde verkoopprijs van € 209.125 en legt een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting op aan de bv. Ook krijgt de dga een navorderingsaanslag inkomstenbelasting vanwege een verkapte winstuitdeling.
Bij Rechtbank Den Haag is in geschil of de bv zakelijk heeft gehandeld door de onroerende zaak voor € 209.125 aan de kinderen te verkopen. De rechtbank constateert dat de koopakte van 12 mei 2010 juridisch niet tot stand is gekomen. Partijen hebben niet gehandeld in overeenstemming met die koopakte. Hetgeen uiteindelijk aan de kinderen is geleverd komt niet overeen met de omschrijving in de koopakte. Bij levering van de onroerende zaak zijn de te realiseren bedrijfsunits al bijna helemaal voltooid. Van bouwgrond is geen sprake meer. De kosten voor het bouwen van die bedrijfsunits zijn echter niet ten laste van de kinderen, maar van de bv gekomen.
De bv heeft de onroerende zaak verkocht voor een veel te lage prijs. In de aangifte is de bv namelijk uitgegaan van de verkoop van slechts bouwgrond. In werkelijkheid is sprake van een perceel met bijna voltooide bedrijfsunits. Als onderbouwing van de verkoopprijs is een taxatierapport gebruikt. Echter die taxatie is gebaseerd op onjuiste uitgangspunten. De heer X en zijn bv moeten zich hiervan bewust zijn geweest. De rechtbank verwerpt de door de inspecteur voorgestelde winstcorrectie voor de bv vanwege onjuiste uitgangspunten. Wel bepaalt de rechtbank dat de dga een verkapte dividenduitkering heeft genoten van € 248.923 door de onroerende zaak voor € 209.125 door de bv aan zijn kinderen te laten leveren.
Bron: Rb. Den Haag 16-12-2021 (gepubl. 30-12-2021)