De nieuwe eigenaar van een perceel met een (voormalige) bedrijfswoning startte een procedure om de bestemming te wijzigen van de bestemming Agrarisch naar de bestemming Wonen. Naar aanleiding van de door de voormalige eigenaren (hierna: eisers) ingediende zienswijze was deze procedure gestopt en vroeg de eigenaar een omgevingsvergunning aan om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als plattelandswoning. De aanvraag paste niet binnen het bestemmingsplan Buitengebied, omdat een plattelandswoning op deze bestemming niet was toegestaan. Om de omgevingsvergunning toch te kunnen verlenen, week de gemeente af van het bestemmingsplan met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid. Eisers kwamen hier tegen op. Zij woonden inmiddels in een andere woning in de nabijheid van deze bedrijfswoning en vreesden voor de gevolgen van de omgevingsvergunning voor hun agrarische onderneming. De rechtbank stelde vast dat er voor de nieuwe eigenaar twee mogelijkheden zijn om wonen in de bedrijfswoning mogelijk te maken. De eerste manier is door het wijzigen van de bestemming Agrarisch naar Wonen. Volgens de planregels was dit alleen mogelijk indien sprake was van algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf. Maar hiervan was geen sprake. Omdat het perceel waarop de bedrijfswoning staat onderdeel uitmaakt van de milieuvergunning van het agrarische bedrijf van eisers, betekende dit dat niet aan de voorwaarde van de planregels werd voldaan. Ondanks dat eisers de bedrijfswoning verkocht hadden, maakte deze woning ruimtelijk gezien nog wel deel uit van het agrarisch bedrijf van eisers. Dat was ook de reden waarom de procedure tot wijziging van het bestemmingsplan was gestopt en de nieuwe eigenaar een omgevingsvergunning had aangevraagd om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als plattelandswoning. De tweede manier om wonen in de bedrijfswoning mogelijk te maken is door deze aan te merken als plattelandswoning. Daarvoor geldt de voorwaarde dat het bedrijf waartoe de bedrijfswoning behoort de bedrijfsactiviteiten niet heeft beëindigd. Gelet op de milieuvergunning van eisers was het agrarisch bedrijf ook niet beëindigd. Voor eisers is het volgens de rechtbank ook gunstiger dat er sprake is van een plattelandswoning. Daarvoor gelden minder zware eisen dan wanneer de bestemming was gewijzigd naar wonen. Indien de bestemming was gewijzigd naar wonen, dan had dit beperkingen opgeleverd voor de bedrijfsvoering van het agrarisch bedrijf van eisers.
De gemeente mocht daarom de woning aanmerken als plattelandswoning.