In de landbouw is het heel gebruikelijk dat grond tijdelijk wordt verpacht voor bijvoorbeeld de teelt van bloembollen. Wie is dan aansprakelijk voor schade aan het gewas door bijvoorbeeld in de grond aanwezige stengelaaltjes, wanneer partijen daarover geen afspraken hebben gemaakt. Dit speelde onlangs in een hoger beroepszaak voor de pachtkamer van het Gerechtshof. Een tulpenteler pachtte mondeling enkele percelen grond bij een akkerbouwer in Flevoland. De grond bleek echter besmet met stengelaaltjes, waardoor de tulpenteler forse schade leed. Partijen hadden niets afgesproken over wie het risico hierop zou dragen en hadden evenmin de grond laten onderzoeken op de aanwezigheid van stengelaaltjes. De tulpenteler vorderde in de hoger beroepszaak dat er sprake was geweest van een pachtrelatie, het gepachte een gebrek kende en dat de akkerbouwer aansprakelijk was voor de schade. Hij vorderde een schadevergoeding van € 375.000 en terugbetaling van de betaalde pacht. De rechter stelde vast dat er, ondanks het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst, sprake was van pacht en dat de besmetting met stengelaaltjes een gebrek was. Daarmee was de akkerbouwer tekortgeschoten in de nakoming van de pachtovereenkomst. Maar dit betekent volgens het Hof niet zonder meer dat de verpachter ook de schade van de pachter moet vergoeden. Daarvoor is nodig dat de tekortkoming aan de verpachter kan worden toegerekend. De verpachter is verplicht de door een gebrek veroorzaakte schade te vergoeden als (i) het gebrek na het aangaan van de overeenkomst is ontstaan en aan de verpachter is toe te rekenen, (ii) als het gebrek bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was en (a) de verpachter het toen kende of had behoren te kennen of (b) aan de pachter heeft te kennen gegeven dat de zaak het gebrek niet had. Het Hof oordeelde dat de verpachter voldoende had onderbouwd dat hij niet wist van de besmetting. Een dergelijke besmetting komt in Flevoland ook zelden voor, zodat er geen reden was om de grond te laten testen. Volgens het Hof kwam de schade ook op grond van in de praktijk levende opvattingen niet voor rekening van de akkerbouwer. De schade van een besmetting met stengelaaltjes is aanzienlijk. Het is algemeen bekend dat de bollenteelt een lucratieve teelt is, waarvan in dit geval de pachter de grote voordelen had. De pachter had er als geen ander belang bij om de risico’s op stengelaaltjes in te schatten. Tegenover de risico’s staan aanmerkelijke winsten. Daarentegen krijgt de verpachter weliswaar ook een pacht die niet onaanzienlijk is, maar zijn risico bij deze pachtbetalingen is niet gebaseerd op het teeltrisico. Het lag daarom op weg van de bollenteler een inschatting te maken welke risico’s hij wou lopen op ziekten en plagen en daarover afspraken te maken of testen te laten doen. De akkerbouwer hoefde daarom volgens het Hof geen schadevergoeding te betalen. Wel moest hij de pacht terugbetalen.