De verkoopopbrengst van een rijpaard van € 1,3 miljoen blijft onbelast. Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft de verkoper van het paard bij de aankoop in 2007 niet beoogd het paard met veel winst te verkopen.
De man en zijn echtgenote zijn echte paardenliefhebbers. In het verleden heeft de man ook meegedaan aan wedstrijden. De liefde voor paarden hebben zij doorgegeven aan hun dochter. Die begon met pony’s mee te doen aan wedstrijden, maar in 2007 koopt hij voor de dochter een rijpaard voor € 12.500. Het is de bedoeling dat de dochter met het paard mee gaat doen aan springwedstrijden. De man is ondernemer, maar bij de aankoop van het rijpaard handelde de man niet zelf actief in paarden. De dochter heeft met wedstrijden belangrijke prijzen gewonnen. De vader heeft voor zijn paard diverse biedingen gekregen. Na een blessure van het paard heeft de dochter er bij de vader op aangedrongen het paard te verkopen. Een bieder is bereid € 1,3 miljoen voor het paard te betalen. De inspecteur heeft de verkoopopbrengst als resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) belast. De man is tevergeefs in bezwaar gegaan. In beroep bij de rechtbank is in geschil of sprake is van een belaste verkoopopbrengst van het paard. Rechtbank Noord-Nederland bepaalt eerst of sprake is van een bron van inkomen. Van belang is of de man bij de aankoop van het paard voordeel heeft beoogd, of hij dit heeft kunnen verwachten en of hij heeft deelgenomen aan het economische verkeer. De rechtbank is van oordeel dat de man met de aankoop van het paard geen voordeel heeft beoogd. Van belang daarvoor is dat de vader het paard voor de hobby van zijn dochter heeft gekocht. Bij aankoop van het paard heeft de man niet de bedoeling gehad snel winst te behalen. Toen de man het paard heeft aangekocht had de man slechts twee pony’s en handelde hij niet in paarden. Door een blessure van het paard en het hoge bod drong de dochter bij haar vader erop aan om het paard te verkopen voor € 1,3 miljoen. Verder oordeelt de rechtbank dat als de man al ooit heeft beoogd voordeel te behalen, dit niet eerder is geweest dan oktober 2014. Toen zijn de vader en zijn dochter serieus gaan nadenken om het paard te verkopen. De inspecteur heeft echter niet kunnen aantonen dat de waardestijging van het rijpaard in een week tijd belast kan worden als ROW. De verkoopopbrengst is daarom onbelast.
Bron: Rb. Noord-Nederland 05-02-2021