Voor natuurterrein en overige grond geldt het uitgangspunt dat hierop geen meststoffen gebruikt mogen worden. In het Besluit gebruik meststoffen zijn voorschriften opgenomen over onder welke voorwaarden dit wel mogelijk is. Natuurterrein Het gebruik van dierlijke meststoffen of compost op natuurterrein is mogelijk, indien dit in overeenstemming is met de aan het beheer verbonden beperkingen. Om beter te kunnen nagaan of het gebruik in overeenstemming is met de aan het beheer van de grond verbonden beperkingen, moeten deze beperkingen in gebruiksovereenkomsten die na 1 januari 2020 worden afgesloten uitgedrukt worden in kilogrammen fosfaat en stikstof. Overeenkomsten van voor deze datum hoeven alleen aangepast te worden als deze gewijzigd of verlengd worden. Overige grond Overige grond is grond dat wel bij het landbouwbedrijf hoort, maar geen landbouwgrond, natuurgrond of primaire waterkering is. Daarbij moet gedacht worden aan sportvelden, plantsoenen, campings, volkstuinen en grasland waarop hobbydieren grazen. Op overige grond ligt de wenselijke hoeveelheid dierlijke meststoffen en compost doorgaans lager dan op landbouwgrond. Tot dit jaar mocht er op overige grond 80 kg fosfaat en 170 kg stikstof worden aangewend. Vanaf 1 januari 2020 wordt er verschil gemaakt tussen grasland en bouwland. Op grasland op overige grond mag 90 kg fosfaat en 170 kg stikstof per hectare aangewend worden. Op bouwland is dit 60 kilogram fosfaat en 170 kilogram stikstof per hectare.