Het komt voor dat de inspecteur naderhand beslist dat een structureel verlieslijdende activiteit geen bron van inkomen is. Vaak zal hij dan de te weinig geheven inkomstenbelasting willen navorderen. Had de inspecteur simpelweg door eerdere aangiftes te raadplegen kunnen weten dat de activiteit geen bron van inkomen is? Dan ontbreekt een nieuw feit en mag hij in beginsel niet mag navorderen.
Dat komt ook naar voren in een recente zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het gaat om een man die via zijn eenmanszaak een webshop en borduurstudio exploiteert. Hij verricht deze activiteit naast zijn werk in dienstbetrekking. In de jaren 2003 tot en met 2015 geeft hij steeds een verlies uit onderneming op. Dat verlies is overigens niet zo groot dat zijn belastbaar inkomen uit werk en woning negatief wordt. Tegen de tijd dat de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting over 2016 opstelt, besluit hij af te wijken van de aangifte. Volgens hem vormen de activiteiten van de eenmanszaak geen bron van inkomen. Vervolgens legt de fiscus de man een navorderingsaanslag inkomstenbelasting over 2015 op. Maar de man tekent beroep aan tegen deze navorderingsaanslag. Ook de rechtbank vindt dat de werkzaamheden via de eenmanszaak geen bron van inkomen vormen. Maar de rechter vindt ook dat de Belastingdienst had moeten weten van de structurele verliezen. De inspecteur had de aangiftes van voorgaande jaren moeten raadplegen voordat hij de aangifte over het jaar 2015 opstelde. Omdat hij deze raadpleging heeft nagelaten, is volgens de rechtbank geen sprake van een nieuw feit. De rechtbank vernietigt daarom de navorderingsaanslag.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 13-04-2021