Als een potentiële koper in een laat stadium van het proces afziet van het kopen van een woning, kan het zijn dat hij een boete moet betalen aan de verkoper. Verkoopt de verkoper niet veel later dezelfde woning tegen een hogere prijs? Dan is dat aanleiding om de boete te matigen.
Twee partijen sluiten een overeenkomst voor de koop van een woning. De koper zal € 267.500 betalen voor deze woning. Alleen na een voorafgaande ingebrekestelling is ontbinding van deze overeenkomst op grond van tekortkoming mogelijk. Bij zo’n ontbinding is de nalatige partij verplicht de wederpartij een boete van 10% van de koopsom te betalen. De verkoper stelt de koper op 1 juni 2021 in gebreke. Op de afgesproken datum heeft de koper namelijk niet de koopsom voldaan en evenmin de woning in eigendom genomen. De verkoper vordert op 22 juni 2021 ontbinding van de koopovereenkomst. Daarbij eist hij een boete van € 26.750 van de wederpartij. Maar deze verzoekt bij Rechtbank Rotterdam om matiging van de boete. De rechtbank meent dat de desbetreffende omstandigheden genoeg reden geven om de boete te matigen. Een belangrijke reden is dat de verkoper in oktober 2021 de woning aan een ander heeft verkocht. Bij deze transactie was de verkoopprijs € 321.000. de verkoper weet daarom niet te verklaren of hij daadwerkelijk schade heeft geleden door het handelen van de potentiële koper. Een andere omstandigheid is dat de potentiële koper een particulier met meerdere schuldeisers is. In deze situatie acht de rechtbank een boete van 1% (€ 2.675) meer gepast.
Bron: Rb. Rotterdam 06-04-2022 (gepubl. 17-05-2022)