Een ondernemer moet voldoen aan het urencriterium, wil hij bepaalde ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek kunnen toepassen. Dat houdt in dat hij aannemelijk dient te maken dat hij voldoende tijd aan zijn onderneming besteedt. Daarbij moet hij in zijn overzicht duidelijk aangeven hoe de uren zijn besteed.
Een man werkt in 2016 in loondienst bij drie werkgevers en ontvangt een ontslagvergoeding van een vroegere werkgever. Daarnaast drijft hij een onderneming. De man wil de zelfstandigenaftrek inclusief startersaftrek toepassen. De fiscus stelt echter dat de man geen recht heeft op deze aftrekposten, omdat hij niet aan het urencriterium voldoet. De man begint een beroepsprocedure, maar Rechtbank Den Haag is het met de fiscus eens. Vervolgens gaat de man in hoger beroep bij Hof Den Haag. Voor het hof kan de man echter evenmin aannemelijk maken dat hij voldoet aan het urencriterium. Zijn urenregistratie en de beschrijving per dag zijn daarvoor te onduidelijk. Zo bevat de urenregistratie diverse malen de omschrijving ‘opleiding’. De man geeft echter niet aan of dit lessen zijn die hij geeft in het kader van zijn onderneming of binnen zijn dienstbetrekking. Bovendien overlegt hij geen facturen of opleidingsroosters. Daardoor ontbreekt een objectief te controleren feitelijke onderbouwing. Het hof verklaart zijn beroep daarom ongegrond.
Bron: Hof Den Haag 21-04-2021