Na de teelt van maïs op zand- en lössgrond is het verplicht een vanggewas te telen. Alleen een vanggewas zaaien is niet genoeg. Er moet uiteindelijk ook een gewas staan dat de bodem bedekt (resultaatverplichting) en men moet laten zien dat op het goede moment en op de goede manier genoeg zaad is gezaaid (inspanningsverplichting).
Mislukte onderzaai in 2019
Veel bedrijven hebben dit jaar gekozen voor onderzaai, gezien de onzekerheid of de maïs wel voor 1 oktober geoogst kon worden. Door droogte en hoge temperaturen is het vanggewas op veel plekken niet opgekomen of verdroogd na het opkomen. Omdat er uiteindelijk wel een vanggewas moet staan, heeft men bij een mislukte onderzaai twee mogelijkheden om toch aan de verplichtingen te voldoen:
Direct na de oogst wordt opnieuw een vanggewas ingezaaid. Er wordt voldaan aan de regels, omdat het vanggewas voor 1 oktober wordt ingezaaid.
Direct na de oogst wordt opnieuw een vanggewas ingezaaid. Bij controle moet men laten zien onderzaai te hebben toegepast en dat er normaal gesproken een vanggewas zou staan. Men laat bijvoorbeeld zien wat, wanneer en hoeveel er gezaaid is.
In beide gevallen zijn de volgende vanggewassen toegestaan: bladkool, bladrammenas, gras, Japanse haver, triticale, winterrogge, wintertarwe en wintergerst.
Overtreding en sancties
Als geen vanggewas wordt geteeld na de maïs op zand- en lössgrond, kan dit leiden tot een boete, een randvoorwaardenkorting en automatische intrekking van derogatie. Deze sancties zijn ook mogelijk als niet voldaan is aan de inspannings- en/of resultaatverplichting.