Gepubliceerd op 29 december 2024

Eigen gebruik tweede woning is niet belast in box 3

Hoewel een belastingplichtige een voordeel behaalt met het eigen gebruik van een woning in box 3, hoeft hij daar niet (extra) inkomstenbelasting over te betalen.

De box 3-bezittingen van een vrouw bestaan in 2019 uit bank- en spaartegoeden en een tweede woning. De vrouw en haar echtgenoot houden de tweede woning niet aan als beleggingsobject aangehouden en verhuren deze woning evenmin. In eerste instantie volgt de inspecteur de aangifte inkomstenbelasting van de vrouw. Maar later vermindert hij de aanslag in het kader van rechtsherstel. De vrouw is daarmee niet tevreden. Zij stelt dat men alleen het daadwerkelijk gerealiseerde rendement mag belasten en niet de ongerealiseerde waardestijging van de tweede woning. In het cassatieberoep verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest van 6 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:857). Daarin heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ongerealiseerde waardestijgingen van box 3-bezittingen ook meetellen bij de berekening van het werkelijk rendement.

Voordeel van eigen gebruik van nihil. Bij de vaststelling van het werkelijke rendement van de vrouw en haar echtgenoot houdt de Hoge Raad geen rekening met een voordeel wegens eigen gebruik van de tweede woning. Op zich hoort het voordeel wegens eigen gebruik van een onroerende zaak tot het rendementsbegrip dat de wetgever voor ogen heeft gestaan bij de vormgeving van het forfaitaire stelsel in box 3. Maar hoe men de waarde van dat gebruik moet berekenen, is afhankelijk van bepaalde keuzes. Het is meer aan de wetgever dan de belastingrechter om die keuzes te maken. Bij gebrek aan een hiervoor in box 3 toepasbare wettelijke regeling neemt de Hoge Raad aan dat het voordeel wegens eigen gebruik van een onroerende zaak niet valt te kwantificeren. Daarom stelt de Hoge Raad dit voordeel voor de vaststelling van het werkelijke rendement op nihil.

Bronnen: Hoge Raad 20-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1788,24/00572, Hoge Raad 20-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1878,23/03953 en Hoge Raad 20-12-2024, ECLI:NL:HR:2024:1882,23/04469

Hof bevestigt verkorting looptijd 30%-regeling

Gepubliceerd op
1 januari 2025

Geen aftrek voorbelasting voor bij ander verantwoorde omzet

Gepubliceerd op
23 december 2024

Verhuizing is geen rechtvaardiging voor heretikettering

Gepubliceerd op
22 december 2024