Ook aan het eind van dit jaar delen de accountants en adviseurs van telt® het fiscale nieuws graag met jou. Zo maken wij met nuttige tips en adviezen het verschil voor werkgevers en werknemers. Kun je bijvoorbeeld de eindheffing WKR voorkomen? Lees erover in het eerste artikel op deze pagina.
Reken erop dat je eenvoudig op de hoogte blijft en kunt plussen met financieel voordeel. Heb je vragen naar aanleiding van de berichten of wil je eens overleggen? Neem de proef op de som met telt®.
De WKR is een fiscale regeling waarmee je je medewerkers onbelast bepaalde vergoedingen en verstrekkingen kunt geven. Denk aan kerstpakketten of personeelsuitjes. Alles wat hieronder valt, wordt geboekt in de vrije ruimte. Jaarlijks bedraagt dit een percentage van je totale loonsom.
Begin 2026 moet je beoordelen of je in 2025 de vrije ruimte hebt overschreden. Blijft het totale eindheffingsloon binnen de vrije ruimte, dan hoef je geen eindheffing aan te geven en te betalen. Wordt de vrije ruimte overschreden, dan betaal je 80% eindheffing over het verschil tussen de vrije ruimte en het totale eindheffingsloon dat in de vrije ruimte is aangewezen. De eindheffing geef je aan in de loonaangifte over het tweede tijdvak van 2026. Je kunt de eindheffing voorkomen door tussentijds te controleren of je de vrije ruimte niet overschrijdt.
Vrije ruimte in 2025 Voor dit jaar geldt een vrije ruimte van 2% over de eerste € 400.000 van je fiscale loonsom. Voor bedragen boven de € 400.000 geldt 1,18%. Houd hier rekening mee bij het plannen van extra’s voor je personeel. Boven de vrije ruimte betaal je 80% eindheffing over de netto overschrijding.
Kosten binnen de WKR Binnen de WKR vallen kosten zoals personeelsvoorzieningen (bijvoorbeeld koffie of fruit op de werkvloer), bedrijfsuitjes en cadeaubonnen. Ook werkgerelateerde zaken zoals opleidingen of reiskosten kun je onbelast verstrekken, mits deze binnen de voorwaarden vallen. Voor grotere uitgaven zijn gerichte vrijstellingen en nihil waarderingen van toepassing.
Overschrijding van de vrije ruimte Overschrijd je de vrije ruimte, dan betaal je 80% eindheffing over het bedrag dat boven de grens uitkomt. Dit is een flinke belasting, dus een goede administratie van je WKR-uitgaven telt! We adviseren je graag over over optimaal gebruik van de vrije ruimte. Zo blijf je binnen de regels, voorkom je extra heffingen en benut je de WKR slim voor het versterken van je personeelsbeleid.
Concernregeling
Is er sprake van een concern (tenminste 95% aandelenbelang gedurende het hele kalenderjaar)? Dan zou de concernregeling mogelijk een voordeel kunnen opleveren. Bij het toepassen van deze regeling bereken je de eindheffing op concernniveau. Hiervoor tel je alle fiscale loonsommen van de vennootschappen die aan de voorwaarden voldoen bij elkaar op. Hierover bereken je de vrije ruimte. Komen de vergoedingen en verstrekkingen van dat concern boven de vrije ruimte? Dan bereken je over het meerdere de eindheffing. Is deze eindheffing minder dan de eindheffing die je voor alle vennootschappen individueel heeft berekend? Dan levert de concernregeling een voordeel op. Je mag dit achteraf en ieder jaar weer bepalen.
Let op
De vennootschap met de grootste loonsom draagt de eventuele eindheffing af. Alle vennootschappen blijven wel hoofdelijk aansprakelijk voor de af te dragen eindheffing.
De bijtelling voor het rijden in een nieuwe elektrische auto van de zaak is dit jaar 17% over de eerste € 30.000 catalogusprijs van de auto en 22% over het meerdere. Volgend jaar gaat het lage percentage naar 18% en in 2027 gaat dit naar 20%. Pas in 2028 vervalt het lagere percentage over de eerste € 30.000 catalogusprijs. Voorgesteld was om het lagere percentage al op 1 januari 2026 te laten vervallen, maar dat is nu dus uitgesteld. Pas vanaf 2028 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen elektrische auto’s en auto’s op fossiele brandstof. Op grond van een overgangsregeling mag je vanaf de eerste tenaamstelling nog 60 maanden de bestaande bijtelling hanteren. Rijd je nu in een elektrische auto met bijvoorbeeld een bijtelling van 12% en loopt de 60-maandstermijn af in 2026? Dan gaat de bijtelling daarna omhoog naar 18% over de eerste € 30.000 catalogusprijs en 22% over het meerdere!
Actiepunt
Ga je dit jaar nog rijden in een nieuwe elektrische auto van de zaak, die je voor meer dan 500 km ook privé gebruikt? Dan heb je dus nog 60 maanden een bijtelling van 17% over de eerste € 30.000 catalogusprijs van de auto.
Het percentage van de vrije ruimte in de werkkostenregeling over de eerste € 400.000 fiscale loonsom is dit jaar 2%. Boven de € 400.000 is het percentage 1,18%.
Controleer of je de vergoedingen en verstrekkingen die je aan je werknemers hebt gegeven op de juiste wijze heeft verwerkt voor de werkkostenregeling en of je mogelijk nog ruimte over hebt om de werkkostenregeling optimaal te benutten. Je mag vergoedingen en verstrekkingen ten laste van je vrije ruimte brengen als het gebruikelijk is dat de werknemer deze onbelast krijgt. De Belastingdienst beschouwt vergoedingen en verstrekkingen van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar als gebruikelijk. Vergoedingen en verstrekkingen van in totaal minder dan € 2.400 per werknemer kun je dus onbelast uitkeren vanuit de vrije ruimte.
Alternatief bij volle vrije ruimte
Heb je de vrije ruimte al helemaal benut? Dan hoeft de eindheffing niet per definitie duur voor je uit te pakken. Je moet alleen andere keuzes maken. Stel, je bent van plan om je werknemers een bonus te geven van € 500 bruto, waarvan zij ieder zo’n € 250 netto overhouden. Je kosten (inclusief werkgeverslasten) bedragen dan zo’n € 600. Wijs je nu de nettobonus van € 250 aan in de vrije ruimte, maar is die opgebruikt, dan moet je daarover 80% eindheffing betalen. Jouw kosten zijn dan slechts € 450. Toch snel verdiend! Maar je kunt natuurlijk ook het stukje voordeel aan je werknemers geven en je kosten gelijk houden.
De tarieven van werknemers verschillen, er kan onder meer een cao van toepassing. Het blijft dus maatwerk.
Vorig jaar kon je gebruikmaken van de MDIEU-subsidie. Deze subsidie was bedoeld voor activiteiten die de duurzame inzetbaarheid van werknemers verbeteren en om oudere werknemers met zwaar werk eerder te laten stoppen. Heb je deze subsidie benut? Dan ben je aan de hand van een activiteitenplan aan de slag gegaan om de duurzame inzetbaarheid van je werknemers te verbeteren. Aan deze activiteiten was echter ook een einddatum gekoppeld. Die komt er al snel aan: je moet het project namelijk uiterlijk 31 december 2025 hebben afgerond.
Om vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte te plaatsen of om gebruik te maken van de gerichte vrijstellingen moet de vergoeding of verstrekking worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De Belastingdienst neemt gedurende het kalenderjaar aan dat zo’n aanwijzing heeft plaatsgevonden als de vergoeding of verstrekking niet tot het loon van de werknemer is gerekend. Is de vergoeding of verstrekking gegeven in een vorig kalenderjaar, dan zal de vergoeding of verstrekking worden beschouwd als belast loon van de werknemer. De gerichte vrijstellingen en de vrije ruimte zijn dan niet alsnog van toepassing. Het is dus van groot belang dat je de vergoeding en/of verstrekking vooraf aanwijst.
Aanname Belastingdienst
Als je een vergoeding geeft of verstrekking doet aan je werknemers, waarbij je voldoet aan de voorwaarden van de betreffende gerichte vrijstelling, neemt de Belastingdienst aan dat je de vergoeding of verstrekking hebt aangewezen. Als je bijvoorbeeld een reiskostenvergoeding betaalt van maximaal € 0,23 per kilometer, wordt dus aangenomen dat je de vergoeding hebt aangewezen. Vergoed je meer dan € 0,23, dan moet je het meerdere wél expliciet aanwijzen.
Je kunt de (loon)kosten voor Research & Development (R&D) met de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) verlagen. Deze fiscale stimuleringsregeling compenseert namelijk een deel van de loonkosten en overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O). In 2026 blijven de tarieven gelijk aan 2025. Het tarief in de eerste schijf is 36%. Ben je een startende ondernemer? Dan is het tarief in de eerste schijf 50%. De grens van de eerste schijf gaat in 2026 omhoog van € 380.000 (loon)kosten naar € 391.020. Het tarief van de tweede schijf is 16%. Je kunt zelf bepalen hoeveel van het toegekende WBSO-budget je in welk loonaangiftetijdvak wilt verrekenen met je loonheffingen.
Begint de periode van het S&O-werk op 1 januari 2026? Dien de aanvraag dan uiterlijk op
20 december 2025 in bij de RVO. De S&O-afdrachtvermindering start dan op 1 januari 2026. Dien je de aanvraag op 21 december in, dan start de S&O-afdrachtvermindering pas op 1 februari 2026.
Een fiets van de zaak wordt in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te staan als de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking staat. Dat betekent in de praktijk dat vooral bij hubfietsen, ov-fietsen en andere deelfietsen, die worden gebruikt voor een deel van het woon-werkverkeer, de bijtelling van toepassing is. Dit is gewijzigd door te verduidelijken dat de bijtelling niet geldt voor deelfietsen die over het algemeen niet thuis worden gestald. Hierdoor is voor een fiets die voor (ten minste een deel van) het woon-werkverkeer wordt gebruikt geen bijtelling meer verschuldigd, als die fiets niet meer dan bijkomstig (dus niet meer dan 10%) bij het woon- of verblijfadres wordt gestald. De wijziging geldt met terugwerkende kracht vanaf 2020.
De extraterritoriale kostenregeling (ETK-regeling) voor inkomende buitenlandse werknemers wordt verder versoberd. Binnen deze regeling kunnen ingekomen werknemers een onbelaste vergoeding of verstrekking krijgen voor bepaalde extra kosten. Daartoe hebben zij twee mogelijkheden: vergoeding van de werkelijke extra kosten of toepassing van de forfaitaire expatregeling, waarbij onder voorwaarden maximaal 30% van het belastbare loon onbelast vergoed wordt. In het geval de werkelijke ETK vergoed worden, worden de extra kosten van levensonderhoud, waaronder kosten van gas, water, licht en andere nutsvoorzieningen en de extra gesprekskosten voor privédoeleinden met het land van herkomst vanaf 2026 uitgesloten als onbelast te vergoeden of te verstrekken extraterritoriale kosten. Voor de forfaitaire expatregeling heeft het uitsluiten van de genoemde kostenposten geen gevolgen. Met de overblijvende kostenposten wordt het maximumpercentage van de expatregeling voldoende onderbouwd. Die bestaan namelijk vooral uit de kosten van dubbele huisvesting en de reiskosten van en naar het land van herkomst.
Is de ETK-regeling een onderdeel van je arbeidsvoorwaarden? Zo ja, dan is het verstandig om te beoordelen in hoeverre aanpassing van de voorwaarden/uitruil noodzakelijk is.
Eerdere versobering forfaitaire expatregeling Al eerder is besloten om het percentage van de forfaitaire expatregeling vanaf 1 januari 2027 te verlagen van 30% naar 27%. Dit geldt zowel voor ingekomen werknemers als uitgezonden werknemers. In 2025 en 2026 geldt voor alle ingekomen en uitgezonden werknemers een forfait van 30%. Daarnaast blijft het 30%-forfait gelden voor alle ingekomen werknemers die vóór 2024 een 30%-vergoeding hebben ontvangen. Voor ingekomen werknemers die in 2024 voor het eerst hun 30%-beschikking toepassen, gaat het forfait van 27% gelden vanaf 1 januari 2027. Voor uitgezonden werknemers gaat het forfait van 27% vanaf 2027 gelden voor alle lopende en nieuwe gevallen.
Verhoging salarisnormen in 2027
Vanaf 2027 wordt de salarisnorm van de forfaitaire expatregeling verhoogd van € 46.660 naar € 50.436. Voor jonge werknemers tot 30 jaar met een mastergraad gaat de salarisnorm van € 35.468 naar € 38.338. Dit zijn de bedragen volgens het prijspeil in 2025, maar door jaarlijkse indexatie zullen deze bedragen in 2027 hoger zijn. Voor ingekomen werknemers die de expatregeling al vóór 2024 toepasten geldt overgangsrecht. Voor hen blijven de oude (geïndexeerde) salarisnormen gelden.
Overgangsregeling bij maximering 30%-regeling
De forfaitaire expatregeling voor ingekomen werknemers is beperkt tot de norm uit de Wet normering topinkomens (WNT, ook wel Bakenende-norm genoemd). Dit normbedrag is voor 2025 € 246.000 per jaar. Bij een hoger inkomen mag u zonder nader bewijs niet meer dan € 73.800 (30% over € 246.000) onbelast vergoeden. In 2026 zal de WNT-norm € 262.000 bedragen.
Voor ingekomen werknemers bij wie je de forfaitaire expatregeling over het laatste loontijdvak van 2022 hebt toegepast, geldt deze aftopping vanaf 1 januari 2026 ook. Dan eindigt de overgangsregeling.
Vanwege de beperkte doeltreffendheid en doelmatigheid wordt het LKV oudere werknemer (56+) stapsgewijs afgeschaft. Daartoe is het LKV oudere werknemer voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen op of na 1 januari 2024 per 1 januari 2025 verlaagd van € 3,05 naar € 1,35 per verloond uur. Ook het maximumbedrag is verlaagd van € 6.000 per kalenderjaar naar € 2.600 per kalenderjaar in 2025. Op 1 januari 2026 wordt het LKV oudere werknemer afgeschaft. Voor dienstbetrekkingen die zijn begonnen vóór 1 januari 2024 geldt echter een uitzondering. Voor deze groep is het LKV oudere werknemer niet verlaagd en wordt deze ook niet afgeschaft. In een overzicht ziet de stapsgewijze afschaffing van het LKV oudere werknemer er per verloond uur als volgt uit:
1 januari 2024
Hoe werkt dit uit? Stel, een werknemer is op 1 juli 2024 in dienst getreden. Hij voldoet aan de voorwaarden voor het LKV oudere werknemer. Je hebt dan voor de 6 resterende maanden in 2024 recht op € 3,05 per verloond uur met een maximum van € 6.000 voor een heel kalenderjaar. Voor de verloonde uren in 2025 heb je recht op het verlaagde bedrag van € 1,35 per uur met een maximum van € 2.600 per jaar. Is de dienstbetrekking begonnen in 2025? Dan heb je vanaf dat moment recht op het LKV oudere werknemer van € 1,35 per verloond uur met een maximum van € 2.600 per jaar. Vanaf 1 januari 2026 heb je voor deze werknemers geen recht meer op het LKV oudere werknemer. Het LKV oudere werknemer over 2025 wordt in 2026 aan je uitbetaald.
Op 1 januari 2026 treedt een deel van de Wet banenafspraak in werking, waardoor het voor jou als werkgever eenvoudiger en aantrekkelijker wordt om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Zo heb je geen doelgroepverklaring meer nodig voor het loonkostenvoordeel (LKV) banenafspraak (€ 2.000 per jaar per werknemer). Je kunt op basis van het doelgroepregister banenafspraak bepalen of je voor een werknemer in aanmerking komt voor het LKV banenafspraak. Wel blijft het nodig dat je in de aangifte loonheffingen de indicatie aanvinkt voor het LKV banenafspraak. Daarnaast wordt de 3-jaarstermijn voor dit LKV geschrapt. Het LKV banenafspraak kun je voortaan benutten zolang de arbeidsbeperkte werknemer in dienst is. Hiermee samenhangend vervalt de voorwaarde dat een werknemer in de periode van 6 maanden voorafgaand aan de datum indiensttreding niet bij jou in dienstbetrekking mag zijn geweest. Tot slot kan het LKV banenafspraak vanaf 1 januari 2026 niet meer worden aangevraagd voor scholingsbelemmerden. Lopende LKV’s voor deze doelgroep mogen nog wel doorlopen totdat de 3-jaarstermijn is volgemaakt.
Wil je een arbeidsbeperkte werknemer in dienst nemen? Wacht dan tot 2026 om maximaal gebruik te maken van de vereenvoudigde LKV banenafspraak.
Je krijgt binnenkort de beschikking gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) 2026 van de Belastingdienst. Het is verstandig om deze beschikking goed te (laten) controleren, want het komt regelmatig voor dat de beschikking niet goed wordt vastgesteld. Veel voorkomende fouten zijn onjuiste loonsommen waarop de premie is gebaseerd, maar ook foutieve bedragen van aan jou toegerekende uitkeringen van (ex-)werknemers of het onterecht toerekenen van uitkeringslasten, bijvoorbeeld van werknemers die nooit bij je hebben gewerkt. Mocht de beschikking niet juist zijn, zorg er dan voor dat je binnen zes weken bezwaar maakt (laat maken) tegen de beschikking.
Op deze pagina is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 28 november 2025. Hoewel de uiterste zorg is nagestreefd ten aanzien van de inhoud, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele fouten en onvolledigheden. telt® sluit bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kun je altijd contact met ons opnemen.