Actueel
Fiscaal
Gepubliceerd op 7 oktober 2025

Fiscale wijzigingen voor particulieren

Als particulier krijg je de komende jaren te maken met forse fiscale wijzigingen: hogere forfaits in box 3, aangepaste regels voor lijfrentes en veranderingen in de erf- en schenkbelasting. Die aanpassingen kunnen direct invloed hebben op jouw vermogen en belastingaangifte. Bij telt® vertalen we die ontwikkelingen naar helder advies, zodat jij grip houdt op je vermogen en je financiële toekomst. Plannen voor belangrijke wijzigingen op een rij.

Box 3: forse verhoging forfait overige bezittingen en verlaging heffingvrij vermogen

Tot en met 2027 wordt de box-3-heffing berekend aan de hand van forfaitaire rendementspercentages voor de drie categorieën bank- en spaartegoeden, overige bezittingen en schulden.

Voorgesteld wordt om het forfait voor de overige bezittingen per 1 januari 2026 te verhogen van 5,88% naar 7,78%. Je hebt wel de mogelijkheid om box-3-heffing terug te vragen als het werkelijke rendement over je gehele vermogen aantoonbaar lager is dan het forfaitaire rendement. Dit is de onlangs in werking getreden tegenbewijsregeling. Vanaf 2026 kun je dit tegenbewijs leveren via het aangiftebiljet inkomstenbelasting.

De forfaits voor de categorieën bank- en spaartegoeden en schulden worden overigens pas na afloop van het kalenderjaar vastgesteld.

Het deel van je vermogen waarover je geen box-3-heffing hoeft te betalen, het heffingvrije vermogen, bedraagt nu € 57.684. Heb je een fiscale partner, dan bedraagt het heffingvrije vermogen € 115.368. Het demissionaire kabinet wil het heffingvrije vermogen volgend jaar flink verlagen tot € 51.396 per belastingplichtige (fiscale partners: € 102.792).

Advies dat telt®: laat je vermogen tijdig beoordelen om verrassingen in box 3 te voorkomen.

Meer tijd voor aankoop lijfrente

Volgens de huidige regels moet je vóór 31 december van het jaar dat volgt op het jaar waarin jouw lijfrentepolis tot uitkering is gekomen, beslissen wat je met het vrijkomende kapitaal gaat doen. Ingeval van overlijden is deze termijn 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het overlijden. Ben je te laat, dan wordt je vrijgekomen lijfrentekapitaal als zijnde afkoop in zijn geheel in de belastingheffing betrokken.

Voorgesteld wordt om de beslistermijn vanaf 2026 te verlengen. Er wordt dan niet langer aangesloten bij de contractueel overeengekomen einddatum. Fiscaal telt alleen nog maar dat de eerste lijfrentetermijn moet zijn uitgekeerd op 31 december van het jaar waarin je de AOW-leeftijd plus vijf jaar bereikt.

Onbelaste lijfrente alsnog belast

Een lijfrente moet zowel in de opbouwfase als in de uitkeringsfase aan fiscale voorwaarden voldoen. Het kan voorkomen dat een lijfrente niet (langer) meer aan die voorwaarden voldoet. Dit kan ertoe leiden dat in het verleden wel de premies zijn afgetrokken voor deze lijfrente, maar de uitgekeerde lijfrentetermijnen niet meer in de belastingheffing kunnen worden betrokken, bijvoorbeeld omdat de daarvoor geldende wettelijke termijn is verstreken. Dat is ongewenst. Daarom wordt voorgesteld om in dergelijke situaties de lijfrente-uitkeringen aan te merken als belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen, zodat deze alsnog belast kunnen worden.

Specifiek voor de niet (langer) kwalificerende stakingslijfrente wordt voorgesteld dat de fiscale voorwaarden die gelden voor het uitkeren van lijfrenten, zoals het uiterste ingangstijdstip, ook gelden voor deze niet (langer) kwalificerende lijfrenten.

De maatregelen gaan in op 1 januari 2026, maar om anticipatiegedrag te voorkomen wordt terugwerkende kracht voorgesteld tot 25 april 2025.

Beperking leegwaarderatio bij verhuur woningen

De waarde van verhuurde woningen geef je aan in box 3. Woningen in verhuurde staat hebben een lagere waarde dan woningen die vrij opleverbaar zijn. Met het waardedrukkend effect van de verhuurde staat wordt rekening gehouden door middel van de leegwaarderatio.

De verhuurde woning geef je aan in box 3 tegen een lagere waarde dan de WOZ-waarde. Dit geldt ook voor de Successiewet. Op deze waarderingsregel wordt nu een uitzondering voorgesteld.

De leegwaarderatio in box 3 en de Successiewet wordt uitgesloten als een woning wordt verhuurd of verpacht aan een gelieerde partij tegen een niet-marktconforme prijs. Denk aan de situatie waarin je een appartement verhuurt aan je kind tegen een te lage huur. In deze gevallen geldt de WOZ-waarde zonder vermindering. Ook kun je je in dat geval niet meer beroepen op de rechtspraak van de Hoge Raad die waardering tegen waarde in het economisch verkeer toestond.

Hanteer je wél een marktconforme huur? Dan behoud je de toepassing van de leegwaarderatio bij de waardering van de verhuurde woning.

De 180-dagenregel vervalt bij schenk- en erfbelasting

Als een schenking binnen 180 dagen vóór overlijden van de schenker heeft plaatsgevonden, is deze schenking bij fictie ook belast met erfbelasting. Hierdoor moet je zowel aangifte schenkbelasting als aangifte erfbelasting doen. De schenkbelasting wordt vervolgens verrekend met de erfbelasting.

De voorgestelde maatregel houdt in dat de schenking binnen 180 dagen vóór overlijden niet als schenking wordt aangemerkt. Daardoor vervalt de verplichting om aangifte schenkbelasting te doen.

Reken op telt® voor een helder advies over schenken, erven en vermogensplanning

Wat verandert er op het gebied van vervoer, reizen en brandstof?

Gepubliceerd op
6 oktober 2025
Actueel
Fiscaal

Reken op een fiscale vooruitblik voor werkgevers

Gepubliceerd op
6 oktober 2025
Actueel
Fiscaal

Stel aankoop woning uit voor hogere startersvrijstelling OVB

Gepubliceerd op
2 oktober 2025
Fiscount
Fiscaal