Actueel
Fiscaal
Gepubliceerd op 31 oktober 2019

Geen negatief loon: schuld niet vorderbaar en inbaar

Heeft het UWV een vordering op een iemand, bijvoorbeeld vanwege te veel betaalde uitkeringsbedragen, dan kan diegene de vordering in zijn aangifte opgeven als negatief loon. Voorwaarde is wel dat het verschuldigde bedrag vorderbaar en inbaar is.

Een vrouw werkt vóór 2015 als taxi-chauffeuse in het ziekenvervoer. Zij is voor een deel arbeidsongeschikt verklaard en ontvangt daarom van 2005 tot en met 2014 een WAO-uitkering. Op 26 november 2014 meldt het UWV aan de vrouw dat zij misschien een te hoog bedrag aan WAO-uitkering heeft ontvangen en het te veel ontvangen bedrag moet terugbetalen. In het eerste kwartaal van 2016 krijgt de vrouw te horen dat zij ruim € 18.000 moet terugbetalen. In de correspondentie stelt het UWV ook vast dat de vrouw voorlopig dit bedrag niet (gedeeltelijk) kan terugbetalen. De vrouw geeft haar schuld aan het UWV in haar aangifte inkomstenbelasting 2015 op als negatief loon.

Zowel de fiscus als de Hof Den Bosch meent dat de vordering van het UWV op de vrouw geen negatief loon vormt. De vordering is niet in 2015 betaald, verrekend of rentedragend geworden. De vordering kan in dat geval alleen negatief loon zijn, als zij vorderbaar en inbaar was. Het hof redeneert dat een bedrag vorderbaar is, als een recht op dadelijke betaling bestaat zodat het betreffende bedrag met succes in rechte valt te vorderen. Het bedrag is inbaar, als de schuldenaar direct kan betalen als de schuldeiser daarom verzoekt.

Gezien de financiële problemen van de vrouw kon het UWV in 2015 zijn vordering niet vorderen of innen. De vrouw mag dus haar schuld aan het UWV niet opgeven als negatief loon over het jaar 2015.

Bron: Hof Den Bosch 8-08-2019 (publ. 30-10-2019)

Rechtbank zet belastingrente voor bv’s op 4%

Gepubliceerd op
11 november 2024
Fiscaal

Gokverslaafde verzweeg vervreemde gelden niet expres

Gepubliceerd op
7 november 2024
Fiscaal

Navorderingsaanslagen vernietigd door gebrek aan voortvarendheid

Gepubliceerd op
6 november 2024
Fiscaal