De Hoge Raad heeft bevestigd dat voor toepassing van de kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting de inschrijving van de kavelruilovereenkomst in de openbare registers een vereiste is.
Een agrariër heeft een koopovereenkomst gesloten voor een agrarisch bedrijf dat onroerende zaken omvat. Volgens de koopovereenkomst wil de agrariër de levering invoegen in een vrijwillige kavelruil en zullen de andere partijen daaraan meewerken. Een klein halfjaar later hebben de verkopers, de agrariër en zijn ouders een kavelruilovereenkomst ondertekend die niet in de openbare registers is ingeschreven. Bij die kavelruil zijn onder meer de onroerende zaken ingebracht die in de eerdere koopovereenkomst staan. Bij de notariële akte van kavelruil is een aantal onroerende zaken toebedeeld aan de agrariër, waarbij voor de overdrachtsbelasting een beroep is gedaan op de kavelruilvrijstelling. Volgens de inspecteur is deze vrijstelling niet van toepassing omdat niet is voldaan aan art. 85 Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). Hierin staat dat inschrijving van de kavelruilovereenkomst in de openbare registers is vereist. Bij de Hoge Raad is in geschil of de inspecteur de kavelruilvrijstelling terecht heeft geweigerd.
Inschrijving kavelruilovereenkomst voorwaarde voor vrijstelling Zowel Hof Arnhem-Leeuwarden als de Hoge Raad acht deze opvatting van de inspecteur juist. Dat deze inschrijving geen zelfstandig belang heeft voor de goederenrechtelijke bescherming van de kavelruil als titel van overdracht, doet volgens de Hoge Raad niet af aan de keuze van de wetgever om voor de kavelruilvrijstelling overdrachtsbelasting aan te sluiten bij de voorwaarde dat de ruilverkavelingsovereenkomst wordt ingeschreven in de openbare registers. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond
Bron: Hoge Raad 11-10-2024.