Overlegt de gemachtigde geen schriftelijke machtiging die recent genoeg is? Dat kan voldoende reden zijn voor de belastingrechter om een beroepschrift niet-ontvankelijk te verklaren.
Een bezwaar tegen aanslagen watersysteemheffing 2019 is niet-ontvankelijk verklaard omdat geen machtiging is overgelegd. Vervolgens stelt de gemachtigde op 16 oktober 2020 beroep in met overlegging van een schriftelijke machtiging van 4 augustus 2017. De rechtbank verzoekt de gemachtigde om een machtiging te overleggen die niet ouder is dan één jaar. De rechtbank ontvangt echter geen machtiging en evenmin een toelichting. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
De belanghebbende gaat in cassatie en stelt dat er geen reden is geweest om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad denkt daar anders over. De wet biedt de rechter de mogelijkheid om een schriftelijke machtiging te verlangen van een gemachtigde die geen advocaat is. Zo kan de rechter toetsen of iemand die zich presenteert als gemachtigde namens een belanghebbende daadwerkelijk bevoegd is. Gezien de omstandigheden van dit geval, heeft de rechtbank vanwege het uitblijven van het overleggen van een recente machtiging het beroep niet-ontvankelijk mogen verklaren. De Hoge Raad verklaart het ingestelde cassatieberoep dan ook ongegrond.
Bron: Hoge Raad 28-10-2022