Landschapselementen kunnen in het nieuwe GLB meetellen voor de basispremie, voor het voldoen aan de verplichting om 4% van het bouwland niet-productief te laten (GLMC8) en ze kunnen gebruikt worden om eco-activiteiten op uit te voeren. Daarnaast kunnen ze ingezet worden voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).
Men heeft de landschapselementen ter beschikking in eigendom, huur, pacht of gebruik met toestemming van de eigenaar. Het landschapselement ligt op landbouwgrond of grenst daaraan. Grond die geen landbouwgrond is (dus niet-subsidiabel) mag het landschapselement niet helemaal omsluiten (bijv. een heg midden op een erf).
Aangrenzende landschapselementen moeten grenzen aan landbouwareaal of aan andere landschapselementen. Er mag maximaal vijf meter zitten tussen het landbouwareaal en een landschapselement. Een landschapselement mag ook direct grenzen aan een landschapselement dat op maximaal vijf meter van landbouwareaal ligt. Voorwaarden aangrenzende landschapselementen
Voor alle landschapselementen met een duidelijke korte en lange zijde geldt dat het element met minimaal één van de lange zijdes grenst aan landbouwgrond. Wanneer een landschapselement langer doorloopt dan de landbouwgrond en/of een subsidiabel landschapselement, telt alleen dat deel van het landschapselement mee dat naast de landbouwoppervlakte (van aanvrager of een derde) of een ander landschapselement ligt.
RVO is bezig een aparte kaartlaag met de landschapselementen in ‘Mijn percelen’ te maken. Het is de bedoeling dat de elementen vanaf februari kunnen worden overgenomen en toegevoegd aan de bedrijfssituatie. Er bestaat de mogelijkheid zelf landschapselementen die aan de voorwaarden voldoen toe te voegen.