De KWIN-prijs van het gewas wordt leidend voor het vaststellen van een tegemoetkoming. Daarnaast is de standaardopbrengst van gewassen bepalend voor de preventieve maatregelen. Deze maatregelen worden van een grondgebruiker verwacht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming. De maatregelen zelf veranderen niet. Prijsbepaling met KWIN-prijzen Vanaf 1 november 2025 worden tegemoetkomingen in faunaschade berekend op basis van de KWIN. Dat is de basisregel. Deze KWIN-normprijzen worden jaarlijks vastgesteld door Wageningen University & Research (WUR). Tot nu toe werd bij sommige schadeberekeningen nog afgeweken van de KWIN, door uit te gaan van de afgesproken gewasprijs in een contract tussen een grondgebruiker en een afnemer. Deze uitzondering komt nu te vervallen (voor de provincie Overijssel geldt een uitzondering). Deze aanpassing maakt de prijsbepaling eenduidiger, eerlijker en transparanter. Voor deze gewassen worden nu dezelfde prijzen aangehouden. De uitgangspunten voor prijsbepaling zijn dus als volgt:
De KWIN-prijs van het gewas is leidend (basisregel); Als er geen KWIN-prijs beschikbaar is, stelt BIJ12 de prijs vast; dit geldt bijvoorbeeld voor gras en hardfruit; In incidentele gevallen, voor bijzondere teelten waar geen KWIN of andere algemene marktinformatie voor is, bepaalt de taxateur de prijs op basis van de best beschikbare informatie. Een contract kan hierbij bijvoorbeeld als onderbouwing dienen.
Indeling gewassen op basis van standaardopbrengst In het nieuwe schadejaar (1 november t/m 31 oktober) geldt de standaardopbrengst van het gewas als uitgangspunt voor de vereiste preventieve maatregelen. De preventieve maatregelen zelf wijzigen niet. De gewassen worden ingedeeld in drie categorieën op basis van hun standaardopbrengst: laag (< € 2.000 per ha), midden (€ 2.000 t/m € 12.000 per ha) en hoog (> € 12.000 per ha). Deze standaardopbrengsten zijn vastgesteld op basis van de NSO-typering. Daarmee weet een grondgebruiker welke preventieve maatregelen van hem of haar verwacht worden. Bij hoog en midden salderende gewassen zijn minimaal twee preventieve maatregelen verplicht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in faunaschade. Om schade door zoogdieren aan gewassen met een hoge standaardopbrengst te voorkomen wordt een deugdelijk raster vereist. Belangrijke uitzondering voor graan en net ingezaaid grasland Er geldt een uitzondering voor onder andere graan in de kwetsbare periode (vanaf het zaaimoment tot de fase van aarvorming), mais en net ingezaaid grasland (tot zes maanden na inzaai). Deze gewassen worden beoordeeld volgens de categorie midden in plaats van laag tijdens de kwetsbare periode. De reden hiervoor is dat in deze periode veel schade voorkomen kan worden met het nemen van preventieve maatregelen. De grondgebruiker moet in deze gevallen twee maatregelen uit de Faunaschade PreventieKit (FPK) nemen om schade te voorkomen, wil hij of zij aanspraak maken op een tegemoetkoming.