Wie in een beroepsprocedure met betrekking tot een WOZ-beschikking een accountant inschakelt als gemachtigde, heeft geen recht op een rechtsbijstandsvergoeding.
Rechtbank Rotterdam heeft uitspraak gedaan in een beroepsprocedure tegen een WOZ-beschikking. Nog voordat de rechtbank tot zijn uitspraak komt, worden de gemeente en de eigenaar van een onroerende zaak het eens over de WOZ-waarde. De eigenaar heeft daarom geen belang meer bij het beroep, zodat het niet ontvankelijk is, aldus de rechtbank. Maar nog wel van belang is de vraag of de gemeente de eigenaar een vergoeding moet betalen. De rechtbank oordeelt ten eerste dat de eigenaar recht heeft op een vergoeding van het betaalde griffierecht.
Vervolgens stelt de gemachtigde dat de eigenaar van de onroerende zaak recht heeft op een vergoeding voor kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Maar de rechtbank stelt vast dat de gemachtigde in deze zaak niet beroepsmatig bijstand heeft verleend. Hij is namelijk een registeraccountant, die zijn praktijk via een bv drijft. In het verleden is hij ruim dertig jaar firmant geweest van een accountants-/belastingadvieskantoor. Ook is hij belastinginspecteur vennootschapsbelasting geweest. Maar daaruit valt niet af te leiden dat de gemachtigde regelmatig tegen vergoeding namens cliënten WOZ-procedures voert, zo oordeelt de rechtbank. De gemachtigde heeft evenmin enige relevante juridische scholing op het gebied van de WOZ genoten. De eigenaar van de onroerende zaak heeft daarom geen recht op een rechtsbijstandsvergoeding.
Bron: Rechtbank Rotterdam 19 juli 2021