Als een belastingplichtige niet de vereiste aangifte heeft gedaan en de bewijslast hierdoor wordt omgekeerd en bezwaard, moet de schatting die de Belastingdienst vervolgens maakt wel redelijk zijn, zo blijkt uit een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden.
In deze zaak had een bv met een Chinese leverancier van ledverlichting een contract gesloten om exclusief in Nederland en België ledverlichting te mogen verkopen. De bv droeg dit exclusieve verkooprecht vervolgens voor een waarde van nihil over aan een concernvennootschap. De inspecteur corrigeerde de waarde van dit contract na een boekenonderzoek naar € 419.000, maar volgens de bv was deze waarde veel te hoog. Ook vond de bv het niet terecht dat de bewijslast was omgekeerd en bezwaard.Het hof oordeelde dat de omkering en verzwaring van de bewijslast terecht was. De aangifte van de bv vertoonde namelijk dusdanige gebreken dat het verschil tussen de werkelijke belasting en de aangegeven belasting aanzienlijk was, wat de bv volgens het hof wist of behoorde te weten. Hierdoor had de bv niet de vereiste aangifte gedaan en was de bewijslast terecht omgekeerd en verzwaard. Het hof wees er echter op dat de schatting van de Belastingdienst in zo’n situatie wel redelijk moet zijn. In deze zaak was dat volgens het hof niet het geval, aangezien de inspecteur zich op onjuiste uitgangspunten had gebaseerd.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 15-01-2019