De droogte en dure grondstoffen werken door in de markt van snijmais. Opbrengsten liggen gemiddeld lager dan voorgaande seizoenen en prijzen per hectare zijn op het hoogste niveau sinds jaren.
Het is eind augustus en de eerste snijmais is inmiddels gehakseld. Het zijn vooral percelen die veel last hadden van de droogte maar het geeft wel aan dat de maisoogst voor de deur staat. Daarmee loopt het hakselmoment zo’n twee tot drie weken voor op een normaal jaar.
Net als de afgelopen jaren het geval was, zijn de verschillen in groei en opbrengst tussen percelen weer groot. Vorig jaar was het probleemgebied het Noorden met regionaal slechte mais als gevolg van wateroverlast; dit jaar is het vooral de mais op de droge zandgronden in het Oosten en Zuiden die als gevolg van de droogte fors achter is gebleven. Daarbij is duidelijk het verschil tussen wel en niet beregende mais te zien.
Lees verder onder de grafieken
Een prijsindicatie voor goede snijmais op stam is dit jaar € 2.500 per hectare. Dat is bij een opbrengst van 40 tot 45 ton per hectare. Daarmee ligt de prijs fors hoger dan voorgaande jaren. Ook over de jaren heen is het een bovengemiddelde prijs.
Een ander verschil met vorig jaar is het oogsttijdstip; het was toen op een deel van de percelen een race tegen de klok om in verband met het zaaien van een vanggewas de mais voor 1 oktober van het land te hebben. Tenzij er een complete weersomslag komt, lijkt die datum dit jaar geen enkel probleem.
Waar vorig jaar landelijk sprake was van een bovengemiddelde opbrengst, is dat dit jaar zeker niet het geval. Deskundigen schatten dat het met 40 ton per hectare gemiddeld wel ophoudt. Daarbij zijn grote uitschieters; er zijn inmiddels percelen gehakseld waar minder dan 30 ton is geoogst, maar op goede danwel (op tijd en voldoende) beregende percelen is 50 tot 60 ton best haalbaar.
De betere mais kan qua zetmeel en VEM-gehalte prima uitpakken; op de mindere percelen met weinig tonnen zal de voederwaarde ook flink achterblijven. Het is overigens niet alleen de grond en droogte die het verschil maken; later gezaaide mais op de klei of waar eerst nog een snede gras is gemaakt, is minder goed opgestart en heeft meestal de achterstand niet ingehaald.
Het is de verwachting dat er ook binnen percelen grotere verschillen zitten dan in normale jaren. Dat maakt het goed taxeren van de opbrengst in tonnen en kwaliteit lastig. Voor handel in snijmais op stam is het daarom beter een prijs per ton af te spreken; het moet dan wel mogelijk zijn om de mais te wegen.
Prijsniveaus van ruwvoeders en bijproducten liggen hoger dan voorgaande jaren. Dat geldt ook voor geleverde kuilmais; die kost nu € 85 per ton geleverd.
Bij het bepalen van een reële marktprijs voor snijmais tellen niet alleen de opbrengsten per hectare. Op veel bedrijven is de ruwvoerpositie geslonken doordat er één tot twee snedes gras zijn gemist. Ook zijn andere ruwvoeders en bijproducten duur; zo wordt voor ingekuilde snijmais met 35% droge stof al maanden € 85 per ton gerekend en aardappelpersvezels € 55 per ton.
Ook het beschikbare areaal snijmais is een (beperkte) factor. De totale oppervlakte aan snijmais is al jaren aan het dalen en is ook dit jaar met 183.500 hectare enkele procenten kleiner dan vorig jaar. Vooral regionaal kunnen verschuivingen optreden in vraag en aanbod van mais. Verder zal een deel van de beoogde snijmais als MKS of CCM worden geoogst; die beslissing wordt bij een deel van de mais later genomen.
De taxateurs van Snijmaiskern Markelo bepalen een 100-puntenprijs van € 1.950 per hectare. De beste mais (140 punten) moet dan ruim € 2.700 per hectare opbrengen.
Eén van de belangrijkste indicatoren voor de prijzen vóór de grote oogst begint is de notering van de Snijmaiskern Markelo. Op basis van aanbod en marktontwikkeling bepalen de ongeveer vijftig kopers en verkopers gezamenlijk een 100-puntenprijs. In de calculatie worden ook actuele prijzen van andere grondstoffen meegewogen. De range is 0 tot 140 punten. Dit jaar is de prijs (op stam) vastgesteld op € 1.950 per hectare; dat is € 500 per hectare meer dan vorig jaar. Deze prijs betekent dat de beste percelen (met 140 punten) een prijs hebben van ruim € 2.700 per hectare. Volgens de voorzitter is de 100-puntenprijs goed voor koper en verkoper, dit jaar rekening houdend met onder andere lagere opbrengsten per hectare en de hoge voerkosten voor bedrijven.
Een grove indicatie voor gemiddelde percelen met 40 tot 45 ton per hectare en 35% drogestof is een prijs van circa € 2.900 per hectare, inclusief kosten voor hakselen en transport. Dat is € 1,95 per procent droge stof per ton. Op stam betekent dat een prijs van rond de € 2.500 per hectare. Daarmee ligt de maisprijs fors boven het niveau van vorig jaar (zie grafiek bovenaan dit artikel) aan het begin van het seizoen. Het is zelfs de hoogste snijmaisprijs sinds jaren. Daarbij brengen de betere percelen honderden euro’s per hectare meer op en liggen prijzen voor mindere snijmais fors lager. Vanzelfsprekend is dit een algemene prijsindicatie; in gebieden met weinig toppercelen kan matige mais nog heel goed aan de prijs zijn en andersom.
Bron: Boerderij.nl