Consumptieaardappelen staan niet op de LNV-lijst van wintergewassen. Dat betekent dat vrijwel alle consumptieaardappeltelers op zand- en lössgrond te maken krijgen met een korting op de stikstofgebruiksnorm.
Om de teelt van vanggewassen op zand- en lössgronden te stimuleren, is in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN) een korting op de stikstofnorm opgenomen wanneer het vanggewas later dan 1 oktober gezaaid wordt. Deze gronden worden als uitspoelingsgevoelig aangemerkt, omdat de nitraatrichtlijn voor grondwater van maximaal 50 milligram nitraat per liter regelmatig wordt overschreden.
Voor zogenoemde winterteelten geldt geen korting op de stikstofnorm wanneer geen vanggewas gezaaid wordt. Het ministerie van LNV stelde een lijst op welke gewassen als winterteelt gelden. Consumptieaardappelen vallen daar niet onder, terwijl dit in het zuidoostelijk zandgebied en op de lössgrond een belangrijk gewas is. De oogst van consumptieaardappelen vindt ook voor een groot deel plaats in oktober.
Van de circa 77.000 hectare consumptieaardappelen in Nederland wordt jaarlijks zo’n 40.000 hectare op zand- en lössgrond geteeld. Dit is meer dan de helft van het totale areaal.
Carl Pijls, Product Manager Akkerbouw bij toeleverancier Agrea in Panningen (L.), schat dat op de lichte grond zo’n 15% van het aardappelareaal voor 1 oktober geoogst wordt, 54% voor 15 oktober en 87% voor 1 november. Pijls en zijn collega Peter Ickenroth verwachten niet dat aardappeltelers massaal het oogstmoment van hun aardappelen naar voren halen om een stikstofkorting te voorkomen. De opbrengstderving en de mindere kwaliteit door te vroeg oogsten wegen niet op tegen de financiële gevolgen van een stikstofkorting.
Voor inzaai van de groenbemester tussen 2 en 14 oktober geldt voor het volgende seizoen een korting op de stikstofgebruiksnorm van 5 kilo stikstof per hectare aardappelen van dit seizoen. Bij een zaaidatum van 15 oktober tot en met 31 oktober geldt een korting van 10 kilo en vanaf 1 november geldt een korting van 20 kilo stikstof per hectare.
De korting geldt voor de gebruiker van de grond waarop de aardappelen staan. Bij huurgrond geldt de korting voor de teler die het perceel het volgende seizoen in gebruik neemt. Het is nu nog de vraag hoe verhuurders hier op gaan reageren.
Lees verder onder de foto‘s
Uitgaande van een bouwplan met een op vier consumptieaardappelen en een gemiddelde korting van 10 kilo per hectare over de aardappelen, geeft dat over het hele bedrijf een korting van 2,5 kilo stikstof per hectare. Dat lijkt niet zoveel, maar dat komt volgens Pijls wel bovenop de toch al krappe normen die voor zand- en lössgrond gelden. De wettelijke norm voor bijvoorbeeld Fontane-fritesaardappelen ligt op het zuidoostelijk zand op 208 kilo stikstof per hectare. Dit terwijl het landbouwkundig advies, rekening houdend met de nalevering uit de grond, op 240 tot 250 kilo per hectare ligt. Daar zit een gat van zo’n 40 kilo per hectare tussen. Voor zomergerst op zand en löss is de landbouwkundige norm 125 kilo N, minus de nalevering. Terwijl de wettelijke norm op 80 kilo per hectare ligt. Reken voor N-mineraal 25 kilo per hectare, dan is er een gat van 20 kilo stikstof per hectare.
Telers zullen dus nog meer moeten schuiven met hun stikstofruimte. Pijls en Ickenroth verwachten niet dat telers op hun dure gewassen, zoals aardappelen en uien, gaan bezuinigen op stikstof. De ruimte zal vooral gezocht worden in granen, suikerbieten en cichorei.
Efficiënter bemesten wordt steeds belangrijker om de productie op peil te houden, telers zijn daar al lang mee bezig. Een traditionele meststof als KAS wordt in toenemende mate vervangen door meststoffen met een vertraagde afgifte en door bladmeststoffen.
Ton Hendrickx, bemestingsspecialist bij coöperatie CZAV en kennisorganisatie Crop Solutions, benadrukt dat het wel of niet op de lijst van wintergewassen staan maar één van de regelingen is die invloed hebben op de stikstofruimte die telers voor hun bedrijf hebben. Zo is de stikstofruimte voor groenbemesters grotendeels vervallen en voor de ‘met nutriëntenverontreinigde gebieden’ dreigt vanaf 2025 nog een korting van 20% op de bemestingsnormen.
Lagere stikstofnormen zullen volgens Hendrickx ten koste gaan van de kwaliteit van de producten. Het telen van hoogwaardige baktarwe bijvoorbeeld, vraagt een voldoende hoge stikstofgift om aan het minimum eiwitgehalte te komen. Dat geldt ook voor brouwgerst. Vallen de gehaltes te laag uit, dan is het graan alleen geschikt voor veevoer, met als gevolg een lagere prijs.
Fritesaardappelen die het met minder stikstof moeten doen, zullen eerder afrijpen, waardoor de kilo’s achterblijven, maar ook zullen de aardappelen minder grof groeien, waardoor telers minder groftepremie krijgen. Gewassen als uien, suikerbieten of cichorei zullen bij een lagere stikstofgift vooral kilo’s laten liggen.
Voor telers wordt de puzzel waar ze de beschikbare stikstof inzetten steeds ingewikkelder. Verdeel ik de stikstof over alle teelten of kies ik ervoor om de hoofdteelten optimaal te bemesten en bij de andere gewassen een opbrengstderving te accepteren?
De trend om efficiënt met de beschikbare stikstofruimte om te gaan, is zeker niet nieuw, maar het belang wordt wel steeds groter. Hendrickx noemt bijvoorbeeld het gebruik van zogenoemde ‘controlled released meststoffen’ waarbij de stikstof niet in één keer maar over een langere periode voor het gewas beschikbaar komt. De kans op verliezen door uitspoeling of denitrificatie is dan veel kleiner.
De uitdaging is om verliezen en overdosering te voorkomen. Het advies van Hendrickx is om aan de basis krap te bemesten en in de loop van het seizoen afhankelijk van de gewasbehoefte bij te bemesten. “Daar zijn goede systemen voor die op basis van grond- en gewasmonsters de optimale bijmestgift bepalen.”
Een oplossing voor de steeds krappere stikstofnormen wordt ook in de veredeling gezocht. Hendrickx noemt als voorbeeld wintertarwe. Daarin is de laatste tientallen jaren veel vooruitgang geboekt in opbrengstniveau en in resistenties tegen ziekten en plagen. Hierdoor is met relatief weinig gewasbeschermingsmiddelen een hoge opbrengst te halen. Naar stikstof efficiëntie is toen nog weinig gekeken, voordat er efficiëntere rassen met eenzelfde opbrengstniveau zijn, ben je zo maar tien jaar verder.
Pijls en Ickenroth benadrukken het belang van een goede bodemkwaliteit voor een goede benutting van de beschikbare meststoffen. In een goed doorwortelde bodem zonder verdichting kunnen plantenwortels weggezakte mineralen weer naar boven halen en benutten. Organische stof helpt bij het bufferen van nutriënten en zorgt ook voor een nalevering gedurende het seizoen. Ickenroth vreest dat telers bij de afweging om bodemverbeteraars, zoals compost, te gebruiken de stikstof daarin mee laten wegen. En de keus maken om de kilo’s stikstof direct voor een gewas in te zetten. Hendrickx vreest ook dat de stikstofruimte die er nog voor vroeggezaaide groenbemesters is bij een vermindering van de stikstofruimte niet voor de groenbemesters ingezet gaat worden. Een groenbemester wordt dan meer een vanggewas dan een groenbemester. Zo’n gewas produceert dan minder organische stof, wat dan weer een negatieve invloed heeft op de organischestofbalans en daarmee op de bodemkwaliteit.
Bron: Boerderij.nl