De tariefsaanpassing op de grondslagverminderende posten blijft buiten beschouwing bij de berekening van de middelingsteruggaaf. Deze teruggaaf pakt dan misschien lager uit dan verwacht.
Sinds 1 januari 2014 vindt een verhoging van de belasting over het inkomen uit werk en woning plaats als de belastingplichtige zijn negatief inkomen uit eigen woning aftrekt tegen het toptarief. Deze bepaling is naderhand uitgebreid met andere grondslagverminderende posten (aftrekposten). Effectief gezien trekt de belastingplichtige de desbetreffende posten dus af tegen een lager toptarief. Een belastingplichtige maakte bezwaar tegen zijn bij beschikking verleende middelingsteruggaaf over de jaren 2017, 2018 en 2019. De teruggaaf was € 75 lager dan het verzoek van belastingplichtige omdat hij voor het jaar 2019 in het middelingsverzoek rekening had gehouden met de tariefaanpassing aftrek kosten eigen woning. In art. 3.154 Wet IB is echter opgenomen dat middeling wordt berekend voordat de tariefsaanpassing wordt toegepast. De tariefsaanpassing van de aftrekposten is dan ook terecht buiten beschouwing gelaten, zo bevestigt Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 20-01-2022 (gepubl. 31-01-2022)