Soms vernietigt de inspecteur in een reactie op het bezwaarschrift van een belastingplichtige een aanslag. Hij kan dan via een andere brief een proceskostenvergoeding toezeggen. In zo’n geval heeft het in principe geen zin om voor een proceskostenvergoeding in beroep te gaan.
Een man dient een bezwaarschrift in tegen een aanslag erfbelasting vanwege de verwerping van een legaat. De inspecteur deelt de man per brief mee dat hij de aanslag zal vernietigen. In een afzonderlijke brief meldt de fiscus het voornemen om een proceskostenvergoeding uit te keren. Na een hoorgesprek vernietigt de Belastingdienst middels een uitspraak op bezwaar de aanslag. Vervolgens krijgt de man zijn proceskostenvergoeding uitbetaald. Drie weken later gaat de man in beroep. Hij stelt dat de uitspraak op bezwaar geen beslissing over de proceskostenvergoeding bevatte. Maar de Hoge Raad wijst zijn beroep af. De man heeft van de inspecteur een brief ontvangen met de mededeling dat de fiscus een kostenvergoeding zou uitkeren. Zo’n brief kan men zien als een beslissing op het verzoek om proceskostenvergoeding die de uitspraak op bezwaar complementeert.
Bron: HR 30-10-2020