Om landbouwgrond of landschapselementen te mogen opgeven in de Gecombineerde opgave, zal de aanvrager de grond of het element ter beschikking moeten hebben op grond van eigendom, pacht of onderpacht dan wel in gebruik moeten hebben met toestemming van de eigenaar of van de pachter die het perceel of element met toestemming van de eigenaar heeft onderverpacht.
De toestemming hoeft niet schriftelijk te zijn verleend, maar bij controle kan schriftelijk bewijs worden opgevraagd. Dit bewijs kan ook achteraf worden opgesteld. Maar het risico is aanwezig dat op dat moment de ingebruikgever weigert een schriftelijke verklaring op te stellen. RVO heeft op haar website een voorbeeld van een grondgebruiksverklaring staan. Maar het ondertekenen hiervan is niet geheel zonder risico’s voor de eigenaar van de grond.
Indien er geen toestemming is, telt de landbouwgrond of het landschapselement niet mee voor de GLB. Niet alleen ontvangt de aanvrager dan geen premie voor deze percelen, maar het kan ook grote consequenties hebben voor de eco-regeling. De consequentie kan zijn dat de drempelwaarde niet gehaald wordt of dat de waarde beneden de ‘medaille’ komt, waardoor de aanvrager voor alle percelen een lagere premie ontvangt. Ook kan het invloed hebben op de conditionaliteiten. Verder geldt er een sanctiebeleid. Als er een perceel wordt opgegeven wat men niet in gebruik heeft, wordt men daarop gesanctioneerd.
Bedenk ook dat het Rijk, Staatsbosbeheer of vastgoedinstanties onderverpachting soms wel gedogen, maar dat men daarvoor nooit schriftelijke toestemming verkrijgt.