Een pachtersvoordeel ontstaat wanneer een pachter de door hem op zakelijke basis gepachte landbouwgrond in eigendom verkrijgt voor een prijs beneden de waarde die daaraan in vrij opleverbare staat is toe te kennen. Het voordeel bestaat uit het verschil tussen de waarde van de grond op het moment van verkrijging in vrije en in verpachte staat. Een pachtersvoordeel wordt in de heffing op de inkomstenbelasting betrokken indien het wordt gerealiseerd. Dit is het geval bij verkoop of ruil van grond, maar ook bij staking van de onderneming.
Er is sprake van een eerste pachtersvoordeel als de pachter die de grond in eigendom krijgt, niet tot de familiekring van de verpachter behoort. Behoort de pachter hier wel toe, dan is sprake van een tweede pachtersvoordeel.
Er bestonden twee goedkeuringen van de staatssecretaris van Financiën inzake de pachtersvoordelen. Bij bedrijfsopvolging was het toegestaan dat voor de heffing van de inkomstenbelasting het eerste pachtersvoordeel werd doorgeschoven naar de bedrijfsopvolger uit de familiekring. Bij het tweede pachtersvoordeel verviel dit voordeel wanneer de bedrijfsopvolger het bedrijf minimaal vijf jaar voortzette.
Eind vorig jaar heeft de staatssecretaris besloten deze goedkeuringen te laten vervallen. Volgens hem bestaan er voldoende fiscale faciliteiten om een bedrijfsoverdracht mogelijk te maken.
Er geldt een overgangsregeling waarop agrariërs met gronden waarop nu een pachtersvoordeel rust een beroep op kunnen doen. Wanneer een belastingplichtige voor 30 juni 2019 de grond in juridisch eigendom heeft, kan hij, wanneer hij aan de oude voorwaarden voldoet, nog een beroep doen op de vervallen goedkeuringen. Wanneer men nadenkt over bedrijfsopvolging en er sprake is van een pachtersvoordeel, is het raadzaam de overdracht voor 30 juni 2019 af te ronden.