Hof Den Bosch oordeelt dat een vaststellingsovereenkomst niet onder dwaling, dwang of bedrog tot stand is gekomen. Het hof ziet geen reden af te wijken van het bedrag waarmee een man in de vaststellingsovereenkomst heeft ingestemd.
Eind 2015 heeft een dga een rekening-courantschuld aan zijn bv van € 1.265.604. Ook hebben zijn bv’s een aantal niet-betaalde belastingaanslagen. Daarvoor heeft de dga een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten met de ontvanger van de Belastingdienst. De ontvanger verleent de dga finale kwijting wanneer hij € 350.000 betaalt. De dga ontvangt begin 2016 een erfenis, waarmee hij die € 350.000 aan de Belastingdienst kan betalen. De inspecteur vindt bij de aanslagregeling 2016 dat de dga geen verhaal meer kan bieden voor zijn rekening-courantschuld. Na betaling van het geld uit de erfenis heeft de dga geen vermogen meer. Om toekomstige discussies over al dan niet genieten van een uitdeling door de dga te vermijden, hebben de dga en de inspecteur een VSO gesloten. Hierin komen zij overeen onder welke voorwaarden de dga geen regulier inkomen uit aanmerkelijk belang geniet. Dat is het geval als de schulden van de dga aan zijn bv zijn teruggebracht tot € 75.000 door aflossing met het geld uit de projecten. De projecten leveren echter niets op. De inspecteur belast vervolgens de dga overeenkomstig de VSO. Bij Hof Den Bosch is het de vraag of de dga gebonden is aan de VSO. De dga meent dat bij de totstandkoming van de VSO sprake is van dwaling, dwang of bedrog. Hij vindt daarom dat de VSO niet rechtsgeldig tot stand is gekomen. Het hof geeft aan dat de dga en de Belastingdienst na het sluiten van een VSO zich ten aanzien van de vraag waarover zij in het onzekere verkeerden, geen beroep op dwaling kunnen doen. Partijen sluiten juist een VSO over bepaalde feiten en omstandigheden om hun rechtsverhouding nader te regelen en bindend vast te stellen. Hier hebben de dga en de Belastingdienst de VSO gesloten om vooraf overeenstemming te bereiken over hoe de dga kan voorkomen dat hij inkomen uit aanmerkelijk belang geniet. Dat is het geval als de dga zijn schuld aan de bv tot hooguit € 75.000 heeft teruggebracht door bijvoorbeeld de inkomsten uit de projecten. Het hof is ook van oordeel dat de inspecteur de dga niet onder dwang heeft gezet of bedrogen. De inspecteur heeft voor het sluiten van de VSO diverse keren contact gehad met de dga of zijn gemachtigden. De dga heeft daarom voldoende tijd gehad om de inhoud van de VSO te beoordelen en zich door zijn gemachtigden te laten voorlichten. Ook heeft de dga niet aangetoond dat de inspecteur de dga onder ontoelaatbare druk heeft gezet om de VSO te ondertekenen.
Bron: Hof Den Bosch 09-07-2020