Volgens Rechtbank Gelderland is het feit dat de dga van een bv een deel van het jaar ziek is op zich geen reden om zijn (fiscaal) loon direct te verlagen.
De ondernemingsactiviteiten van een bv omvatten onder andere consultancy- en bemiddelingsactiviteiten. De bv betaalt over 2015 geen salaris uit aan haar dga, omdat deze door hartfalen bijna heel 2015 arbeidsongeschikt is. Maar de inspecteur gaat uit van een gebruikelijk loon van € 44.000. Daarbij is hij bereid rekening te houden met een eventuele bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak. De bv begint een beroepsprocedure. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de dga in 2015 ondanks zijn ziekte enige arbeid heeft verricht. De bv heeft namelijk in 2015 omzet behaald. Normaal gesproken behaalt zij haar omzet met werkzaamheden van de dga. Verder redeneert de rechtbank dat in het algemeen ziekte geen aanleiding is om het gebruikelijk loon buiten beschouwing te laten. De rechtbank wijst daarbij op de verplichting om bij ziekte loon door te betalen. Vervolgens draagt de bv aan dat zij gedurende een bepaalde periode verliezen heeft geleden. Maar dat feit betekent niet per definitie dat het uitbetalen van het gebruikelijk loon de continuïteit van het bedrijf in gevaar brengt. Bovendien merkt de rechtbank op dat de dga op grond van zijn arbeidsovereenkomst recht heeft op een bruto jaarloon van minimaal € 65.000. Een gebruikelijk loon van € 44.000 is in dat geval al een behoorlijke verlaging van het fiscale loon. De rechtbank oordeelt daarom dat een verdere verlaging van het gebruikelijk loon niet op zijn plaats is.
Bron: Rb. Gelderland 05-07-2021 (gepubl. 03-09-2021)