Mogen werknemers een auto van de zaak mee naar huis nemen, houd dan als werkgever goed bij welke werknemer over welke auto beschikt. Dit is van belang om te kunnen bewijzen dat er geen sprake is van privégebruik.
Een aannemingsbedrijf dat was gespecialiseerd in het aanleggen van kabel- en leidingsystemen was kentekenhouder van een aantal bestelauto’s. Het bedrijf had alle btw op de aanschafprijs en kosten van deze auto’s afgetrokken. Het aannemingsbedrijf stelde de bestelauto’s ter beschikking aan zijn werknemers. De werkgever hield echter niet bij welke auto hij ter beschikking stelde aan welke werknemer. Het bedrijf paste de bijtelling niet toe en corrigeerde evenmin de omzetbelasting voor enig privégebruik. De Belastingdienst meent dat dit wel had moeten plaatsvinden. Daarom legt de inspecteur het aannemingsbedrijf naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting op.
De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat de werknemers na de werkdagen de auto van de zaak mee naar huis konden nemen. Onder deze omstandigheden is privégebruik mogelijk. De werkgever stelt dat de bestelauto’s worden gebruikt voor werkzaamheden met vervuilde grond. Dit is volgens Rechtbank Den Haag nog geen bewijs dat de auto’s uitsluitend zijn te gebruiken voor goederenvervoer. Nu de werkgever evenmin het werkelijk gebruik heeft bijgehouden, moet zowel de bijtelling als een forfaitaire btw-correctie plaatsvinden.
Bron: Rb. Den Haag 30-09-2019 (publ. 17-12-2019)