Landbouwers moeten de mestadministratie en de daarop betrekking hebbende bewijsstukken gedurende vijf jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar bewaren. Dit betekent dat de administratie betreffende het jaar 2014 tot en met 2019 bewaard moet worden. Hierop geldt echter een uitzondering voor melkveebedrijven. Uitzondering melkveebedrijven Voor de toepassing van het stelsel van verantwoorde en grondgebonden groei wordt uitgegaan van het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan. Daarmee blijft het melkveefosfaatoverschot dat in 2014 is ontstaan ook na 2019 relevant. Voor het berekenen van dit overschot wordt gebruik gemaakt van gegevens uit de administratie van de landbouwer. In het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet is daarom opgenomen dat in verband hiermee de mestadministratie en de daarop betrekking hebbende bewijsstukken betreffende het jaar 2014 moeten worden bewaard totdat vijf kalenderjaren na beëindiging van het bedrijf zijn verstreken.