Als een ondernemer een groot aantal uren in dienstverband werkt, is het niet erg aannemelijk dat hij nog aan het urencriterium voldoet. Zo ziet Rechtbank Den Haag dat tenminste.
Een man verricht in 2016 bij vier werkgevers werkzaamheden in dienstbetrekking. Dat jaar werkt hij minstens 2.239 uren voor deze werkgevers. Daarnaast drijft hij een eenmanszaak. De man wil voor 2016 de zelfstandigen- en startersaftrek toepassen, maar de ficus gaat niet akkoord. De Belastingdienst stelt dat de man niet voldoet aan het urencriterium. De man gaat in beroep, maar kan zijn geclaimde uren alleen onderbouwen met een Excelbestand. In dit bestand zitten echter nogal wat onduidelijkheden. Verder verwijst de man naar mondelinge overeenkomsten, maar dit is eveneens zwak bewijs. De rechtbank vindt het gezien het grote aantal in dienstbetrekking gewerkte uren onwaarschijnlijk dat de man nog 1.225 uren kon werken in zijn eenmanszaak. De rechter meent daarom dat de man niet voldoet aan het urencriterium. Hij heeft dan ook geen recht op zelfstandigen- en startersaftrek.
Bron: Rb. Den Haag 24-09-2020