Wanneer een belastingplichtige een compromis sluit met de fiscus, heeft hij recht op enige bedenktijd. Door tijdig te wijzen op een beletsel van het compromis, kan de belastingplichtige voorkomen dat hij daaraan is gebonden.
Een man is gerechtigd tot de helft van de winst van een VOF die een coffeeshop exploiteert. In de coffeeshop vinden de in- en verkopen contant plaats. De VOF houdt er geen kasregister op na, maar de bedrijfsleider noteert dagelijks de ontvangsten en uitgaven op de kasstaten. De VOF berekent in de kasstaten per product de dagomzet en de inkoopwaarde op basis van de beginvoorraden, de aanvullingen en de eindvoorraden. Daarbij hanteert zij de formule ‘Beginvoorraad + Aanvullingen -/- Eindvoorraad = Verkocht’. De VOF noteert deze dagomzet op de kasstaten, evenals de uitgaven, de privéonttrekkingen en -stortingen en de omzet van de overige artikelen. De adviseur van de VOF boekt deze gegevens en de diverse bankmutaties in een geautomatiseerde administratie. De Belastingdienst vermoedt echter dat de boekhouding niet helemaal klopt. De fiscus houdt daarom een groot aantal waarnemingen ter plaatse (wtp’s) en uiteindelijk een boekenonderzoek bij de coffeeshop. Naar aanleiding van een en ander besluit de inspecteur de aangiftes inkomstenbelasting van de vennoten over de periode 2011 – 2016 te corrigeren. De vennoten menen dat deze correcties te hoog zijn en gaan daarom in beroep. Tijdens de zitting van Hof Den Haag van 27 juli 2021 bereiken de partijen een compromis. In afwachting van de formele vastlegging van het compromis in een vaststellingsovereenkomst sluit het hof de zitting. De inspecteur zal het hof uiterlijk op 7 september 2021 berichten of de partijen hun beroepschriften intrekken. Op 10 augustus 2021 laten de vennoten de inspecteur weten dat zij het compromis niet kunnen accepteren als de bank daardoor haar dienstverlening aan de VOF stopt. Wanneer de inspecteur op 30 augustus 2021 hen naar de gang van zaken vraagt, bevestigen zij dat zij de beroepsprocedure willen hervatten. De fiscus stelt echter dat de vennoten zijn gebonden aan het compromis. Hof Den Haag verwerpt de stelling van de vennoten dat een compromis alleen rechtsgeldig is als alle elementen van de overeenkomst schriftelijk zijn vastgelegd. Vervolgens is de vraag of zij tijdig hebben aangegeven dat zij zich hebben bedacht. Belanghebbenden hebben immers in zo’n geval recht op een redelijke bedenktijd van minstens één week. Deze bedenktermijn is hier gaan lopen op 4 augustus 2021. Toen heeft de fiscus de vennoten laten weten dat de ontvanger akkoord is gegaan met de overeengekomen betalingsregeling. Op 10 augustus 2021 hebben de vennoten al op een mogelijk beletsel gewezen. Bovendien heeft de inspecteur op 30 augustus 2021 de vennoten gevraagd naar de stand van zaken. Kennelijk ging hij dus ervan uit dat het compromis nog niet definitief was. Nu de vennoten zich tijdig hebben bedacht, zijn zij niet gebonden aan het compromis. Het hof oordeelt dat sommige correcties te hoog zijn en verlaagt enkele aanslagen.
Bron: Hof Den Haag 11-11-2021