Vanaf 1 januari 2022 mag u de werknemer een onbelaste vergoeding geven voor thuiswerkkosten. Hiervoor geldt een gerichte vrijstelling van € 2 per thuisgewerkte dag.
De vergoeding voor thuiswerkkosten is bedoeld voor de extra kosten voor water- en elektriciteitsgebruik, verwarming, koffie, thee en toiletpapier. Het bedrag van € 2 is gebaseerd op onderzoek dat het Nibud heeft gedaan. U kunt de vrijstelling ook toepassen als een werknemer slechts een deel van de dag thuiswerkt.
Voor het inrichten van een thuiswerkplek mag u al een onbelaste vergoeding geven. De kosten voor een bureaustoel, een computer of een telefoon, kunt u via andere gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling vergoeden.
Voor deze gerichte vrijstelling geldt de 128-dagenregeling. Dit wil zeggen dat als de werknemer 128 dagen thuiswerkt, u de werknemer een vaste onbelaste vergoeding voor thuiswerkkosten mag geven alsof de werknemer 214 dagen per kalenderjaar thuis werkt.
De 128-dagenregeling gaat uit van 214 werkdagen per jaar voor een fulltime medewerker, na aftrek van vakantie, ziekte (gemiddeld ziekteverzuim) en feestdagen.
U mag voor eenzelfde werkdag niet tegelijkertijd de vrijstelling voor een vergoeding voor thuiswerkkosten en de vrijstelling voor een reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer naar de vaste werkplek toepassen. Dit is alleen mogelijk als de werknemer op een dag deels thuiswerkt en daarnaast een zakelijke reis (dienstreis) maakt, die geen woon-werkverkeer is.
Er is in ieder geval sprake van een vaste plaats van werkzaamheden als een werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 40 dagen naar de betreffende plek reist. Dit is ongeacht de datum van indiensttreding, het aantal contracturen en de lengte van het verblijf.
Er kan sprake zijn van meerdere vaste werkplekken.
U kunt met de werknemer afspraken maken over het aantal thuiswerkdagen. Dit kan een basis vormen voor de vaststelling van de onbelaste vergoeding voor de reizen voor woon-werkverkeer en voor de thuiswerkkosten.
De vaste vergoeding hoeft u niet aan te passen als de werknemer incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor werkt, of andersom. Wanneer de werknemer structureel meer gaat thuiswerken of naar kantoor gaat, dan moet u de vaste vergoeding aanpassen.
Hieronder vindt u 3 rekenvoorbeelden voor 2022. Onder elke tabel staat de berekening zoals dat geldt tot en met 2021. De bedragen in de onderstaande voorbeelden zijn afgerond.
Tot en met 2021 mag de werkgever Anton een reiskostenvergoeding geven voor zijn thuiswerkdagen, omdat hij meer dan 128 dagen per kalenderjaar naar kantoor reist (de 128-dagenregeling). Dit is een vergoeding van € 136 per maand: 214 dagen x (40 kilometer x € 0,19)/12 maanden. De werkgever kan ook alleen een reiskostenvergoeding geven voor de dagen die Anton daadwerkelijk naar kantoor reist.
Tot en met 2021 kan Bouchra alleen de reiskostenvergoeding van € 33 per maand ontvangen. Om aan de 128-dagenregeling te voldoen moet zij 102 dagen naar kantoor reizen. Zij reist maar 86 dagen naar kantoor. Ze krijgt alleen een reiskostenvergoeding voor de dagen waarop ze daadwerkelijk naar kantoor reist.
Tot en met 2021 kan Camilo een reiskostenvergoeding ontvangen voor al zijn werkdagen, ook voor zijn thuiswerkdag. Om aan de 128-dagenregeling te voldoen moet hij minimaal 76 dagen naar kantoor reizen. Camilo reist in een kalenderjaar 86 dagen naar kantoor en voldoet aan de voorwaarden voor de 128-dagenregeling. Hij mag € 12 per maand ontvangen. Dit is 3/5 van 214 = 129 x ( 6 kilometer x € 0,19)/12 maanden.
Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners