Als een onderneming een gebouw verkoopt en uit de boekwinst een herinvesteringsreserve (HIR) wil vormen, mag dit slechts voor zover de voorgenomen investering betrekking heeft op een gebouw dat dezelfde economische functie vervult. Dit blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad.
In de betreffende zaak verkocht een bv een pand, nadat zij eerder al een nieuw kantoorpand had gekocht. Omdat het nieuwe pand funderingsgebreken bleek te hebben, wilde de bv investeren in een nieuwe plaatfundering en voor het betreffende bedrag een herinvesteringsreserve vormen uit de boekwinst op het oude pand. Omdat uit een offerte bleek dat de investering ruim € 100.000 zou zijn, wilde de bv een HIR vormen van € 100.000. De inspecteur wilde slechts een veel lagere dotatie toestaan. De belastingrechter stelde dat het nieuwe kantoorpand voor 75% dezelfde economische functie vervulde als het verkochte pand, waarna de Hoge Raad oordeelde dat de bv een herinvesteringsreserve mocht vormen voor 75% van het offertebedrag van de voorgenomen investering.
Bron: Hoge Raad, 11-01-2019