Het maakt niet uit dat pensioenuitkeringen niet worden betaald als er verrekening mogelijk is met een schuld van de dga aan zijn bv.
Een dga heeft zijn pensioen ondergebracht bij de bv. Hij heeft daarnaast een schuld van ruim € 3,8 miljoen aan de bv waarbij buitenlandse onroerende zaken als zekerheid dienen. De dga neemt in zijn IB-aangiften over 2014 tot en met 2016 geen pensioenuitkeringen op omdat hij geen betalingen heeft ontvangen. De inspecteur legt na vragen aan de bv navorderingsaanslagen met vergrijpboeten op. Hij stelt dat de dga wel degelijk pensioenuitkeringen heeft genoten. De uitkeringen waren vorderbaar en inbaar. Als de bv over te weinig geld beschikte, konden de uitkeringen met de schuld van de dga worden verrekend.
Rechtbank Noord-Holland volgt de inspecteur. Volgens een pensioenbrief heeft de dga recht op pensioenuitkeringen. Dat de uitkeringen zijn uitgesteld is niet aannemelijk gemaakt en de bv is van mening dat er geen uitstel is afgesproken. De pensioenuitkeringen waren ook inbaar door verrekening met de aanzienlijke schuld aan de bv. Ook had de dga onroerend goed kunnen verkopen om zijn schuld af te lossen, zodat de bv de uitkeringen kon doen. Hij heeft één object verkocht, maar de opbrengst voor een andere schuld gebruikt. Dat komt voor zijn eigen risico, de uitkeringen blijven inbaar.
Er zijn terecht vergrijpboeten opgelegd. De dga wist dat hij recht had op de pensioenuitkeringen, maar heeft ze niet opgegeven. Ook heeft hij geen contact opgenomen met zijn adviseur over mogelijke belastingheffing. Hierbij komt dat hij onroerend goed heeft verkocht, maar het geld ergens anders voor heeft gebruikt. Hij heeft bewust aanvaard dat hij mogelijk te weinig belasting betaalde (grove schuld).
Bron: Rb. Noord-Holland 05-04-2023 (gepubl. 20-04-2023)