Pluimveehouders die willen investeren in bewezen technieken die de emissie van fijnstof reduceren kunnen van 1 juli tot en met 31 augustus 2020 subsidie aanvragen. De investering moet ertoe leiden dat de emissie van fijnstof met minimaal 45% gereduceerd wordt.
In de legsector zijn een strooiselschuif bij volièrehuisvesting en positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes subsidiabel, bij vleeskuikens een viertal ionisatietechnieken en bij kalkoenen een positieve ionisatie d.m.v. koolstofborsteltjes. Niet alle subsidiabele technieken voldoen aan de norm van 45% reductie. In dat geval zullen technieken gecombineerd moeten worden. Dit kunnen ook niet-subsidiabele technieken zijn, maar dat deel van de investering is dan niet subsidiabel.
De subsidie bedraagt 40% van de kosten van de aanschaf en het gebruiksklaar maken van de techniek en kan worden verhoogd met 20% bij jonge of startende landbouwers. Wanneer men extra kosten maakt om de natuurlijke omgeving, hygiëne en dierenwelzijn te verbeteren is een verdere verhoging met 20% mogelijk.
Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van rangschikking van de aanvragen. Pluimveehouders in pluimveedichte gebieden worden hoger gerangschikt. De subsidieaanvraag moet worden ingediend op basis van offertes. Na de toekenning moet de investering binnen twee jaar worden uitgevoerd.