De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Vijlbrief om te onderzoeken of een zogeheten tegenbewijsregeling soelaas biedt voor mensen die spaargeld in box 3 hebben. Het gaat dan om de vermogensrendementsheffing voor de jaren vanaf 2017.
Al geruime tijd leeft de wens om de vermogensrendementsheffing beter aan te laten sluiten bij het werkelijke rendement. Zo is de staatssecretaris eerder al een onderzoek gestart naar de mogelijkheid om belasting te heffen over werkelijk behaald rendement. Met dit nieuwe onderzoek komt het kabinet tegemoet aan de wensen van spaarders, zoals oudere belastingplichtigen die hebben gespaard voor hun pensioen. Vanwege de huidige rentestand brengt hun spaargeld soms minder op, waardoor hun (aanvullende) pensioenvoorziening slinkt. De resultaten van beide onderzoeken worden in het voorjaar van 2021 verwacht. Vaststaat dat er geen compensatie komt voor de vermogensrendementsheffing in de jaren 2013 tot en met 2016. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de heffing zoals die destijds bestond op stelselniveau in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), indien het nominaal gemiddeld haalbare rendement lager was dan 1,2%. Op basis van een notitie van het CPB komt het kabinet tot de conclusie dat het in die jaren mogelijk was om een hoger gemiddeld rendement dan 1,2% te halen. Derhalve is er geen sprake van schending van het EVRM op stelselniveau.
Bron: MvF, 16-10-2020