Als de Belastingdienst een bestuurder van een bv aansprakelijk wil stellen voor boetes, dan moet de Belastingdienst aannemelijk maken dat de bestuurder het belopen van de boete valt te verwijten.
Een man is vanaf 14 januari 2011 tot en met 27 december 2017 bestuurder van een bv. In 2016 verliest de bv een belangrijke klant. Vanaf 2016 ontstaat daarom een liquiditeitsprobleem. Dit leidt ertoe dat de bv de aanslagen loonheffingen vanaf tijdvak mei 2017 niet meer kan betalen. Op 7 oktober 2017 heeft de UBO van de bv de bestuurder gesommeerd geen betalingen meer te doen. De bestuurder doet op 7 november 2017 een melding betalingsonmacht. Vanaf 5 januari 2018 is bij de Kamer van Koophandel geregistreerd dat de bestuurder vanaf 27 december 2017 geen bestuurder meer is. Bij Rechtbank Noord-Holland is het de vraag of de bestuurder terecht aansprakelijk is gesteld voor de verschuldigde loonheffingen, verzuimboetes en kosten. De inspecteur geeft aan dat hij de meldingen betalingsonmacht pas op 31 januari 2018 heeft ontvangen. De bestuurder heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de inspecteur al op een eerder moment op de hoogte heeft gebracht van de betalingsonmacht. De rechter wijst ook het beroep van de bestuurder op coulance af. De bestuurder had voor de loonheffingen vanaf tijdvak mei 2017 de betalingsonmacht al moeten melden, ook als hij dacht dat de betalingsproblemen slechts tijdelijk zouden zijn. Daar komt bij dat vanaf het moment waarop de bestuurder is gesommeerd geen betalingen meer te verrichten, hij behoorde te weten dat de liquiditeitsproblemen structureel zijn. Toch heeft de bestuurder nagelaten de betalingsonmacht te melden. Daardoor wordt vermoed dat niet-betaling van loonheffingen te wijten is aan de bestuurder. Hij kan dat niet weerleggen, dus er is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur door de bestuurder. Deze is daarom in privé aansprakelijk voor de verschuldigde loonheffingen van de bv. De Belastingdienst moet voor de aansprakelijkstelling voor de opgelegde boetes aannemelijk maken dat de bestuurder een persoonlijk verwijt valt te maken. Met alleen zijn stelling dat de bestuurder de betalingsonmacht te laat heeft gemeld, heeft de inspecteur het persoonlijke verwijt van de bestuurder niet aangetoond. De bestuurder kan daarom niet aansprakelijk gesteld worden voor de boetes en extra kosten.
Bron: Rb. Noord-Holland 15-04-2021