In 2023 geldt een eenmalige nieuwe regeling willekeurige afschrijving voor zowel de vennootschaps- als inkomstenbelasting Deze regeling houdt in dat op bepaalde nieuwe bedrijfsmiddelen in 2023 ten hoogste 50% willekeurig kan worden afgeschreven. Het restant moet regulier worden afgeschreven.
Het moet gaan om een bedrijfsmiddel waarvoor in 2023 ter zake van de aanschaffing verplichtingen zijn aangegaan of er zake van de voortbrenging voortbrengingskosten zijn gemaakt. Het bedrijfsmiddel moet vóór 1 januari 2026 in gebruik worden genomen. Wanneer het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik is genomen, mag er maximaal afgeschreven worden tot het bedrag dat betaald is.
Onder meer de volgende bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking voor deze regeling: gebouwen, immateriële activa (zoals dierrechten), dieren, bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor verhuur en bedrijfsmiddelen die al willekeurig worden afgeschreven op grond van een andere regeling (bijvoorbeeld Vamil).
De extra afschrijving vermindert de winst van het betreffende jaar, wat tot een lagere belastingaanslag kan leiden. Hiermee kan een rente- en liquiditeitsvoordeel gerealiseerd worden of mogelijk een tariefsvoordeel behaald worden.