Bij het belasten van lijfrente-uitkeringen geldt onder voorwaarden de saldomethode, maar deze methode mag alleen worden toegepast als de verzekeringnemer aannemelijk kan maken dat hij de betaalde lijfrentepremies in het verleden nooit in aftrek heeft gebracht.Een man sloot in 1997 een lijfrenteverzekering af, die hij na zeven jaar premievrij maakte. In 2001 en 2002 had hij de betaalde lijfrentepremie in aftrek gebracht. Na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar ontving de man gedurende vijf jaar een lijfrente-uitkering, maar hij gaf deze ontvangsten niet aan in zijn aangifte inkomstenbelasting, waarna de inspecteur een navorderingsaanslag oplegde.Hof Arnhem-Leeuwarden stelde dat op grond van een resolutie wordt goedgekeurd dat onder voorwaarden de saldomethode wordt toegepast. Dit houdt in dat de lijfrente-uitkeringen pas worden belast op het moment dat deze uitkeringen de niet afgetrokken premie overstijgen. Dan moet de verzekeringnemer echter wel aantonen dat hij de premies niet in aftrek heeft gebracht. In deze zaak slaagde de man daar niet in. Bovendien kon de inspecteur aantonen dat de man de in 2001 en 2002 betaalde premies wel ten laste van zijn inkomen had gebracht. De navorderingsaanslag bleef dan ook in stand.Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 04-09-2018