Onder voorwaarden kan een verrekening in de rekening-courant voor de omzetbelasting tellen als een betaling. Men moet dan wel duidelijk maken dat de schuldeiser afstand doet van zijn vordering in ruil voor een nieuw vorderingsrecht.
In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de inspecteur een vennootschap diverse naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd vanwege te weinig opgeven btw. De vennootschap vindt echter dat de naheffingsaanslagen te hoog zijn. Zij beweert onder meer recht te hebben op aftrek van voorbelasting ten aanzien van facturen van een gelieerde vennootschap. De inspecteur gelooft niet dat de vennootschap deze facturen heeft betaald. Maar de vennootschap voert aan dat de facturen door verrekening in rekening-courant (r-c) zijn voldaan. De rechtbank redeneert dat de verrekening in r-c kan tellen als een betaling mits sprake is van schuldvernieuwing. Daarvoor is het nodig dat de schuldeiser in een overeenkomst afstand doet van een vorderingsrecht. Vervolgens moet een nieuwe verbintenis ontstaan, zodat de schuldeiser een nieuw vorderingsrecht verkrijgt op de schuldenaar. De rechtbank haalt uit de summiere r-c-overeenkomsten niet dat is voldaan aan deze voorwaarden. Op grond van deze overeenkomsten kunnen de vorderingen wijzigen via bankmutaties of via een vastlegging op andere wijze. Een bankmutatie van de transacties tussen de vennootschap en de wederpartij leidt dus niet per definitie tot de vereiste schuldvernieuwing. De vennootschap maakt evenmin met een vastlegging op andere wijze aannemelijk dat schuldvernieuwing heeft plaatsgevonden. Op dit punt stelt de rechtbank de Belastingdienst in het gelijk. Overigens verklaart de rechtbank het beroep tegen een aantal naheffingsaanslagen wel gegrond.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-09-2021