Actueel
Fiscaal
Gepubliceerd op 28 oktober 2025

Box 3: overzichtelijk systeem wordt complex belastingdoolhof

Box 3: overzichtelijk systeem wordt complex belastingdoolhof

In onderstaande blog legt Henk van Voorst, belastingadviseur bij telt®, uit hoe box 3 zich ontwikkelt, waarom de overgang naar belasting op werkelijk rendement nog veel vragen oproept en waar je als particulier op moet letten.

Van pretbox naar melkkoebox 
De belasting op vermogen, beter bekend als box 3, blijft volop in beweging. Wat vroeger bekend stond als pretbox is inmiddels getransformeerd tot melkkoebox. Ooit begonnen als een overzichtelijk systeem, maar inmiddels uitgegroeid tot een complex speelveld van regels, percentages en uitzonderingen. Spaarders, beleggers en huiseigenaren met een tweede woning merken dat de gevolgen van deze veranderingen groot kunnen zijn.

Wat was box 3 ook alweer?
Box 3 is de belastingbox voor inkomen uit vermogen. Denk aan spaargeld, beleggingen en tweede woningen. Lange tijd werkte dit via een zogenoemd forfaitair rendement: de Belastingdienst ging ervan uit dat je jaarlijks 4% rendement behaalde en daar betaalde je 30% belasting over, oftewel 1,2% van je vermogen. Dat was overzichtelijk, maar niet altijd eerlijk. Want wie weinig rendement had, betaalde relatief te veel.

Nieuwe spelregels
Om dat eerlijker te maken, kwam er een nieuw systeem met verschillende tarieven: één voor spaargeld, één voor overige bezittingen en beleggingen, en één voor schulden. Het idee was dat dit realistischer zou zijn. Toch bleef de kritiek aanhouden, omdat ook dit systeem uitgaat van vaste percentages die weinig te maken hebben met je werkelijke opbrengsten.

Belasting over werkelijk rendement
Sinds kort is het mogelijk om in plaats van het forfaitaire rendement te kiezen voor belasting over het echte rendement. Dat klinkt eerlijk, maar in de praktijk is het behoorlijk complex.

Voor spaargeld kijkt men naar de werkelijk ontvangen rente. Voor beleggingen telt alles mee: ontvangen dividend, couponrente en ook de waardestijging of -daling van de portefeuille. Ook verliezen mogen worden verrekend, maar je moet het allemaal kunnen onderbouwen. Gelukkig geven banken en beleggingsinstellingen vaak jaaroverzichten waarop deze gegevens terug te vinden zijn.

En hoe zit het met onroerend goed?
Bij onroerend goed is het nog lastiger. De ontvangen huur telt mee, net als de waardestijging van het pand. Onderhouds- en verzekeringskosten zijn niet aftrekbaar. Alleen als je kunt aantonen dat een verbouwing direct heeft geleid tot waardestijging, mag je die kosten verrekenen. En dat bewijs leveren (via een taxatie) is niet eenvoudig en kost ook geld.

Overgangsfase
Het zal je niet verbazen dat hierover veel discussie bestaat. Bezwaarschriften stapelen zich op en rechtbanken buigen zich volop over de vraag wat nu eerlijk is. Ondertussen kan de Belastingdienst de systemen niet zo snel aanpassen. Een volledig nieuw systeem, gebaseerd op werkelijk rendement, wordt pas over enkele jaren verwacht. Tot die tijd blijven we in een overgangsfase met onduidelijke regels en veel rekensommen.

Advies dat telt
Voorlopig blijft box 3 dus voer voor discussie. En voor advies. Want wie zijn vermogen goed in beeld heeft, voorkomt onaangename verrassingen. Wil je weten wat de veranderingen in box 3 voor jou betekenen? Reken op ons voor advies dat telt.

Uw kind helpen bij de aankoop van een woning in een oververhitte woningmarkt

Gepubliceerd op
23 oktober 2025
Fiscount
Fiscaal

Met SDE++-subsidie uw bedrijf verduurzamen

Gepubliceerd op
23 oktober 2025
Fiscount
Fiscaal

Nieuwe milieuregels voor glastuinbouwbedrijven vanaf 2026

Gepubliceerd op
23 oktober 2025
Actueel
Fiscaal