Een ex-partner die kosten maakt om partneralimentatie te krijgen, kan deze kosten in aftrek brengen in de aangifte. Dat geldt zelfs als de rechter uiteindelijk de vordering afwijst. Wel moet bij het instellen van de procedure redelijkerwijs te verwachten zijn dat de rechter het recht op partneralimentatie zal toewijzen.
Een man voert een aantal procedures tegen zijn ex-echtgenote. Daarbij bepaalt de rechter uiteindelijk dat de man en zijn ex-echtgenote over en weer partneralimentatie zijn verschuldigd. De man heeft echter minder alimentatie verkregen dan waar zijn advocaat om had gevraagd. De kosten voor de advocaat wil de man in aftrek brengen in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur gaat hier niet mee akkoord. Hij vindt dat de kosten van een mislukte poging tot verkrijging van partneralimentatie niet aftrekbaar zijn. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vindt dat de kosten voor een mislukte procedure aftrekbaar zijn. Wel moet bij het instellen van de procedure voor de man redelijkerwijs te verwachten zijn dat hij succesvol zal zijn in de procedure. De rechter is van oordeel dat de man met de overgelegde draagkrachtberekening heeft aangetoond een goede kans te maken bij de civiele rechter meer partneralimentatie te krijgen. De ex-echtgenote heeft tegen de man een vordering ingesteld om (meer) partneralimentatie van de man te krijgen. De advocaatkosten om die vordering te bestrijden zijn niet aftrekbaar. De rechtbank bepaalt in goede justitie dat de helft van de gemaakte advocaatkosten door de man zien op het verkrijgen van partneralimentatie en dat deze kosten aftrekbaar zijn.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 12-12-2019 (gepubl. 30-12-2019)