Hof Den Bosch heeft geoordeeld dat een schadevergoeding voor blijvende arbeidsongeschiktheid na een bedrijfsongeval onbelast is. Ook de vergoeding voor overige materiële en immateriële schade werd als onbelast beschouwd, omdat deze niet in verband stond met een bron van inkomen.
Een ondernemer exploiteert een onderneming waarvan de activiteiten onder meer bestaan uit buitensportactiviteiten, verhuur van tenten en horecawerkzaamheden. In 2014 heeft de ondernemer bij een bedrijfsongeval voetletsel opgelopen en heeft na een langdurig medisch traject blijvende pijnklachten. Het bedrijfsongeval vond plaats bij een klant, een restaurant, waar de ondernemer toen werkzaam was. De klant en de verzekeraar van de klant hebben de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Naast de schadevergoeding voor verlies van arbeidsvermogen, heeft de ondernemer ook een vergoeding ontvangen voor vertragingsschade van een bed & breakfast, verlies aan zelfwerkzaamheid en huishoudelijke hulp. De totale schadevergoeding bedroeg € 480.000. Bij hof Den Bosch is in geschil of de gehele schadevergoeding van € 480.000 onbelast is of dat de schadevergoeding deels onbelast is.
Oordeel hof Het hof heeft geoordeeld dat de schadevergoeding voor verlies van arbeidsvermogen onbelast is. Deze vergoeding heeft betrekking op de blijvende arbeidsongeschiktheid van de ondernemer. Volgens het hof is het aannemelijk dat de ondernemer de fysiek belastende werkzaamheden binnen haar onderneming niet meer kan uitoefenen. Ook de vergoeding voor overige materiële en immateriële schade is onbelast, omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft kunnen maken dat deze vergoeding verband hield met een bron van inkomen.
Bron: Hof Den Bosch 17-07-2024.