De eiermarkt vertoonde deze week (week 39) hetzelfde beeld als een week eerder. Het liep allemaal aardig weg, aan het eind van de week iets vlotter dan aan het begin. Eigenlijk geen bijzonderheden.
De Nederlandse vraag is goed en gezond, het aanbod kan royaal aan de vraag voldoen. Vanuit Duitsland was iets meer vraag, vanwege de vrije dag op 3 oktober voor de viering van de Dag van de Duitse eenheid. Het prijsbeeld was vergelijkbaar met vorige week.
Barneveld hield deze week de notering voor alle gewichten exact gelijk, zowel bij de kooi- als de scharreleieren. De Amsterdamse Grossiers Index voor scharreleieren noteerde deze week net als vorige week lager. Gemiddeld over de vier gewichtsklassen daalde de witte met € 0,04 en de bruine met € 0,07 (vorige week allebei met -€ 0,04).
De notering van de Duitse Weser-Ems voor scharreleieren ging daarentegen omhoog. Gemiddeld over vier gewichtsklassen steeg de witte met € 0,09 (vorige week +€ 0,12) en de bruine met € 0,10 (vorige week +€ 0,09). Bij de kooi-eieren was de gemiddelde stijging van Weser-Ems bij de witte € 0,01 (vorige week +€ 0,08). Bij de bruine was geen verandering (vorige week +€ 0,08).
De Franse Rungis-notering voor kooi-eieren ging gemiddeld over de eerste twee noteringsdagen (dinsdag en donderdag) over de vier gewichtsklassen met € 0,17 omhoog (vorige week +€ 0,33).
De NOP-richtprijs noteerde nagenoeg gelijk. Gemiddeld over alle gewichten steeg de prijs bij de witte met € 0,01 naar € 10,23 en bleef de bruine gelijk op € 10,40. Vorige week bleef de witte onveranderd en ging de bruine met € 0,02 omhoog. De NOP-richtprijs voor scharreleieren 62/63 gram bleef bij de witte op € 11,25 (vorige week +€ 0,02) en steeg bij de bruine met € 0,01 naar € 11,78 (vorige week +€ 0,03).
De Duitse Weser-Ems voor scharreleieren is sinds week 36 officieel een OKT-notering (Ohne Kükentöten). Voor de NOP-noteringscommissie is het lastig hoe die notering mee te rekenen is in de NOP-richtprijs. Het maakt het moeilijk de diverse noteringen onderling te vergelijken en de veranderingen te duiden.
Lees verder onder de grafiek
De industrie koopt gewoon mee, maar is amper prijshoudend. Dit omdat de verwerkers vinden dat het prijsniveau te hoog is. Er zijn deze zomer amper voorraden aangelegd dus de industrie ‘blijft aan de markt’, verwerkers moeten de eieren voor de productietoename uit de markt halen. Er is bij de industrie wel duidelijk een shifting tussen OKT en MKT. Een groot deel van de scharrelindustriemarkt is ‘zonder toeters en bellen’.
De industrienoteringen gingen ook amper van hun plaats. De Duitse Weser-Ems industrienotering voor scharreleieren ging met € 0,01 omhoog naar € 1,98 (vorige week +€ 0,02), die voor kooi-eieren bleef voor de vierde week op rij op € 1,55. De Franse Rungis-notering voor industriekooi-eieren steeg met € 0,01 naar € 1,64 (vorige week +€ 0,00).
De NOP-richtprijs voor industrie-eieren ging voor scharreleieren opnieuw iets omlaag; met € 0,005 naar € 1,700 (vorige week -€ 0,001). Bij de kooi-eieren steeg die met € 0,005 naar € 1,558 (vorige week -€ 0,002).
Vrijwel alle stallen zijn herbevolkt. Het gros van de jonge hennen is in productie gekomen. Kat/OKT-eieren zijn ’lekker krap’, niet-KAT/OKT royaal in aanbod. Het aanbod vrije uitloop komt meer en meer op gang. De bio-prijs gaat weer aardig richting het oude niveau.
De eiermarkt zit in een stabiele periode tussen herbevoorrading na de zomer en de toename van de vraag richting kerst. Meestal trekt de vraag in oktober al wat aan, te beginnen bij de industrie. Maar sinds het prijsniveau vorig jaar naar ongekende hoogte steeg, is niets meer zoals het was op de eiermarkt. Bij het huidige prijsniveau spreken de eierhandelaren alleen maar tevreden pluimveehouders.
De verwachting is wel dat de eiermarkt de komende weken minimaal prijshoudend is, tot licht stijgend.
Prognose eierprijzen: prijshoudend, stabiel, vlak.
Bron: Boerderij.nl