Als het om belastingen gaat, is het raadzaam om tijdig aangifte te doen. Want als een ondernemer veel te laat aangifte doet, voldoet hij volgens Rechtbank Noord-Nederland niet aan zijn aangifteplicht. In dat geval is en blijft de omkering van de bewijslast van toepassing.
Een bv heeft tot 1 november 2016 uitstel gekregen voor het indienen van haar aangifte vennootschapsbelasting 2015. Maar op die datum is deze aangifte nog niet ingediend. De Belastingdienst stuurt de bv op 21 november 2016 een herinnering. Vervolgens ontvangt de bv op 10 maart 2017 een aanmaning om uiterlijk 24 maart 2017 aangifte te doen. Wanneer ook deze termijn verstrijkt, is de inspecteur het zat. Op 27 mei 2017 legt hij de bv een ambtshalve aanslag op. De bv is het niet eens met deze aanslag en dient een bezwaarschrift in. Op 8 september dient zij alsnog haar aangifte in. De bv geeft daarbij op dat zij een regresvordering op een gelieerde vennootschap afwaardeert. De Belastingdienst accepteert deze afwaardering niet omdat de voorafgaande borgstelling onzakelijk zou zijn. Het geschil tussen de bv en de fiscus belandt voor de rechtbank. Het veel te laat indienen van de aangifte blijkt de bv nu parten te spelen. De rechtbank oordeelt dat de bv daardoor niet heeft voldaan aan haar aangifteplicht. In dat geval geldt als uitgangspunt dat de aanslag van de Belastingdienst juist is, tenzij de bv het tegendeel aannemelijk maakt. De bv voldoet niet aan deze verzwaarde bewijslast. Weliswaar stelt zij dat de borgstelling zakelijk is, maar kan dat niet onderbouwen met nadere stukken. De rechtbank oordeelt daarom dat de bv haar vordering niet mag afwaarderen tot nihil.
Bron: Rb. Noord-Nederland 18-01-2021