In het Nationaal Strategisch Plan, de nationale invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB-NSP), wordt per 2025 een aantal verplichte en een aantal gewenste wijzigingen doorgevoerd. In juni zijn al meerdere vereenvoudigingen in de GLMC’s bekendgemaakt (zie artikel ‘Vereenvoudigingen conditionaliteiten GLB’ d.d. 25 juni 2024). Aanvullend hierop worden er wijzigingen in de GLMC’s en de ecoregeling voorgelegd aan de Europese Commissie. GLMC 2: bescherming veengebieden Bij de goedkeuring van het NSP door de Europese Commissie in 2022 is vastgelegd dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen voor de bescherming van veengronden. Vanaf 2025 wordt de voorwaarde om het geldende peilbesluit aan te houden uitgebreid naar alle veengronden. Om bodemberoering te beperken geldt voor alle percelen blijvend grasland op veengrond dat deze blijvend grasland moeten blijven. De Europese Commissie zal het voorstel van Nederland om veengronden te beschermen beoordelen en aangeven of het toereikend is. GLMC 4 & 10: bufferstroken Op de bufferstroken mogen geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruikt worden. De minister van LVVN wil ruimte bieden om chemische bestrijding toe te passen in het geval er geen alternatieve bestrijdingsmogelijkheden zijn. Het gaat dan (onder meer) om de verplichte bestrijding van wilde haver, knolcyperus en bepaalde invasieve exoten. Nieuwe en vervallen eco-activiteiten per 2025 Er worden twee eco-activiteiten toegevoegd: ‘Voedselbos’ en ‘Tagetes als aaltjesbestrijding’. De activiteit ‘Vroeg ras rooigewas 1 november’ wordt verwijderd, omdat deze maar marginaal bijdraagt aan één van de doelen van de ecoregeling. Bovendien schrijft de minister geen voorstander te zijn van kalenderlandbouw. Ecoregeling punten en waardes Jaarlijks vraagt het ministerie van LVVN de WUR om advies over de gewassenlijsten, puntentoekenning, en waardes voor de eco-activiteiten. De minister is voornemens het advies voor 2025 grotendeels over te nemen, met uitzondering van het puntenadvies voor natte teelt en grasklaver. Eén van de adviezen is dat bij de eco-activiteiten ‘natte teelt’, ‘bufferstrook met kruiden (langs bouwland/grasland)’, ‘grasland met kruiden’ en ‘houtig element (overige houtige elementen)’ uitsluitend gebruik gemaakt mag worden van inheemse plantensoorten. Als dit niet gebeurt, moet de score voor biodiversiteit verlaagd worden. Sociale conditionaliteiten Bij de start van de huidige GLB-periode is de Europese verplichting tot de invoering van sociale conditionaliteiten uitgesteld tot 2025. Deze worden nu van kracht. Sociale conditionaliteiten koppelen de GLB-subsidies aan het naleven van bestaande sociale wet- en regelgeving met betrekking tot het aangaan van arbeidsovereenkomsten en een veilige werkomgeving op het bedrijf. Overtreding kan leiden tot een boete op basis van de betreffende wetgeving, maar ook tot een korting op de GLB-subsidie.