Een landbouwer diende twee Gecombineerde opgaven in: één voor zijn varkensbedrijf en één voor zijn rundveebedrijf. Op basis van de opgaven was het rundveebedrijf vrijgesteld van de vergroeningseisen op basis van het hoge aandeel grasland en het varkensbedrijf van de eis van ecologisch aandachtsgebied doordat het minder dan 15 ha bouwland had. RVO koppelde echter de aanvragen van beide relatienummers en merkte deze aan als één aanvraag van één landbouwer. Daardoor voldeed hij niet meer aan de vergroeningseisen en vond een korting plaats op de uitbetaling van de betalingsrechten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven was het eens met deze werkwijze van RVO. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voorziet in inkomenssteun voor een landbouwer en niet in inkomenssteun voor een bedrijf. Aan een onderscheid tussen een landbouwer voor zover hij rundvee houdt, en dezelfde landbouwer voor zover hij varkens houdt, komt wat betreft de inkomenssteun in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid geen betekenis toe. Er wordt steun verleend aan de landbouwer voor al zijn landbouwactiviteiten.